gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda,
volgno. 34 der agenda
Bijlagen 1964
no. 92
4 februari 1964
OSO/2112
Preadvies van burgemeester en wethouders op
een verzoek om afgifte van een noodzakelijk
heidsverklaring ex artikel 25 der nijverheids
onderwijswet voer de oprichting en instand
houding van een nationaal wetenschappelijk
opleidings- en vormingsinstituut voor staf
functionarissen toor toerisme, reclame en
public-relations
Aan Uw raad werd in zijn vergadering van 15 januari jl. mededeling gedaan
van de oprichting van de stichting nationaal wetenschappelijk instituut
voor toerisme, reclame en public-relations, gevestigd te Breda, welke
stichting zich tot doel heeft gesteld:
a. de opleiding en vorming van staffunctionarissen voor instellingen en
ondernemingen, welke het bevorderen van het toerisme beogen, alsook
die van reclame-deskundigen en public-relationsofficers;
b. het verrichten van wetenschappelijk onderzoek, het geven van voor
lichting op het stuk van toerisme, reclame en public-relations en de
op- en uitbouw van een gesprekcentrum voor toerisme, reclame en
public-relations
Voor aard en karakter van de stichting en het op te richten instituut
mogen wij U verwijzen naar het ter visie liggend.e rapport -) van prof.
Dr. F.J.Th. Rutten en een afschrift van de stichtingsakte
Het bestuur van genoemde stichting heeft zich bij schrijven van 30
januari 1964 tot Uw raad gewend met het verzoek op grond van artikel
25 der nijverheidsonderwijswet een noodzakelijkheidsverklaring af te
geven voor de oprichting en instandhouding van het sub a bedoelde
onderwijs-instituut
De noodzakelijkheidsverklaring dient door het stichtingsbestuur te worden
overgelegd bij het verzoek aan de Kroon om de oprichting en instandhouding
van het onderwijs-instituut op grond van artikel 25 der nijverheidsonder
wijswet goed te keuren.
Artikel 25, lid 2 der nijverheidsonderwijswet bepaalt, dat voordat door
de raad de noodzakelijkheidsverklaring wordt afgegeven, voor zoveel
mogelijk de daarbij betrokken organisaties van patroons en werklieden
moeten worden gehoord.
Daar het hier een zeer speciale opleiding betreft, zal het Uw raad
duidelijk zijn, dat in deze richting praktisch geen organisaties van
patroons en werklieden worden aangetroffen.
Het komt ons evenwel voor, dat de hierbijgaande adhesie-betuigingen
het belang van de oprichting van het onderhavige onderwijs-instituut