volgno, 34 der agenda _2- in ruime mate adstrueren en daarmede tevens wordt voldaan aan het gestelde in artikel 25, 2e lid van de nijverheidsonderwijswet. Aangezien ook wij van mening zijn, dat de oprichting van een nationaal wetenschappelijk instituut als hiervoren omschreven, in een behoefte voor ziet, mogen wij U voorstellen, de door het bestuur van genoemde stichting gevraagde noodzakelijkheidsverklaring af te geven door vaststelling van het ter inzage liggend concept-rbesluit Wij mogen voorts de aandacht van Uw raad vragen voor de navolgende punten: 1de af te geven noodzakelijkheidsverklaring heeft geen betrekking op de doelstelling van de stichting, zoals deze sub b is omschreven; het stichtingsbestuur is reeds begonnen voor deze sector van het instituut financieringsmiddelen te verwerven; 2. mocht uit het overleg met het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen blijken, dat het op te richten onderwijsinstituut niet volgens de procedure van de nijverheidsonderwijswet voor rijkssubsidie in aanmerking komt, dan zullen wij Uw raad ter zake nader informeren. Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor het onderwijs zal U nader worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, Geuljans burgemeester. Van Wöensel secretaris. Ligt ter visie in de raadzaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 205