gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 6 der agenda
Bijlagen 1964
no126
3 maart 1964
V/3958
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
onbewoonbaarverklaring van de woningen Molen
straat 54a en Sluissingel 11, 13 t/m 18 en
21 t/m 29 te Breda.
Uit een onderzoek is gebleken, dat de woningen Molenstraat 54a en Sluissingel
11, 13 t/m 18 en 21 t/m 29 ongeschikt zijn ter bewoning. De gebreken zijn van
dien aard dat de kosten, verbonden aan het wederom in bewoonbare staat brengen
van de woningen niet in redelijke verhouding staan tot de waarde er van. De
woningen zullen derhalve ingevolge het bepaalde in artikel 25, 1e lid, der
woningwet onbewoonbaar moeten worden verklaard.
Wij mogen U voor de resultaten van het ingestelde onderzoek verwijzen naar
de voor U ter visie gelegde rapporten. Op de laatste pagina daarvan is ver
meld het advies van de inspecteur der volksgezondheid, dat wij, overeen
komstig het bepaalde in genoemd artikel der woningwethebben ingewonnen.
Wij stellen U voor tot onbewoonbaarverklaring van deze woningen te beslui
ten overeenkomstig de ter visie gelegde ontwerp-besluiten.
De ontruimingstermijnen waren daarbij, overeenkomstig het advies van de in
specteur der volksgezondheid, te stellen op het aantal maanden als in de con
cept-besluiten vermeld, behalve in drie gevallen waarin de eigenaar de woning
bewoont. Te dezer zake ware te bepalen dat, behoudens nadere beslissing,
ontruiming niet behoeft plaats te vinden zolang de bewoning door de huidige
bewoner als eigenaar voortduurt, hetgeen de wet toelaat en waartoe de in
specteur voornoemd adviseert.
Den eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal U
nog worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Geuljans burgemeester.
Van Woensel
secretaris.