gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgnr. 6c der agenda n I Bijlagen 1964 no. 7 8 januari 1964 V/20748 Voorstel van burgemeester en wethouders tot verhoging van het krediet voor de bouw van het viaduct over de Blauwe Keiweg. In de voorlopige kredieten voor de aanleg van de noordelijke invalsweg en de uit te voeren kunstwerken in de zuidelijke rondweg, gevoteerd bij raads besluit van 14 september 1960, is ten behoeve van de bouw van het viaduct over de Blauwe Keiweg begrepen een bedrag van 277.200,waarbij met een rijksbijdrage van 138,600,rekening is gehouden. Wij mogen ter zake verwijzen naar ons voorstel d.d, 7 september 1960, bijlagen 1960 no. 439 4. Dit plan, aangegeven op de bijgevoegde tekening no, 34348 zal voor rekening van de gemeente worden uitgevoerd. Blijkens de eveneensbijgevoegde begroting worden de daaraan verbonden kosten geraamd op 337.000,derhalve 59.800,hoger. In dit bedrag is een post van 15.750,begrepen voor het maken van heiplateaus voor het bouwen van de landhoofden. Deze heiplateaus maken in feite deel uit van het weglichaam en komen mitsdien geheel voor rekening van het rijk. De kosten van voorbereiding en toezicht, welke worden geraamd op 43.000, komen evenwel geheel ten laste van de gemeente. Voor gezamenlijke rekening en wel voor gelijke delen komt derhalve 278.250,te weten 337.000,verminderd met 15.750,43.000, Met deze kostenverdeling is bestendigd het reeds in 1955 aanvaarde beginsel neergelegd in de toen met het rijk aangegane overeenkomst inzake de aanleg van de zuidelijke rondweg, volgens welke de gemeente en het rijk elk voor 50fo in de kosten der kunstwerken zouden participeren. De kosten voor het rijk bedragen in totaal 139.125,15.750, 154.875,terwijl het ten laste van de gemeente blijvende bedrag 139.125,— 43.000,— 182.125,— bedraagt. Resumerende stellen wij U voor te besluiten tot verhoging van het krediet voor de bouw van het viaduct over de Blauwe Kei met een bejdrag van 59.800,door vaststelling van de bijgevoegde ontwerpwijziging van de gemeentebegroting 1964 Wegens bijdrage van het rijk kan worden geraamd 154.875,138.600,— 16.275,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 30