gemeente Breda I "bij volgno. 29 der agenda Toelichting bij het voorstel van burgemeester en wethouders tot verkoop van het pand Veemarkt straat 19 - 19a. In samenwerking met de Rotterdamse Bank N.V. hebben wij getracht de gemeente panden Veemarktstraat 19 en 23 (voormalig politiebureau) en het daartussen liggend voormalig bankgebouw (Veemarktstraat 21in één verkooptransactie te betrekken, teneinde ter plaatse tot nieuwbouw en daardoor tot verlevendi ging van de Veemarktstraat te komen. De gegadigden die zich in beginsel voor deze percelen interesseerden, hebben zich teruggetrokken. Haast de huns inziens te hoge vraagprijs voor no. 21 speelden daarbij ook een rol het ontbreken van de mogelijkheid ter plaatse een vrije achteruitgang te maken en mogelijk ook het feit dat de gevel van het vroegere politiebureau op de voorlopige (en thans ook op de ontwerp-) monumentenlijst staat vermeld. Wij hebben nog overwogen deze geve] naar een ander punt in de binnenstad te verplaatsen en - ter vergroting van de kring van gegadigden - een verdere verruiming van de mogelijkheden om in de Veemarktstraat tot reconstructie te komen door daarbij ook andere dan de drie genoemde panden te betrekken, waardoor dan wellicht tevens een expeditiestraatje zou kunnen worden aan gelegd. Uitwerking van deze gedachten heeft, afgezien van de hoge uitgaven verbonden aan de afbraak en opbouw van genoemde gevel, het inzicht versterkt, dat hierdoor een onaanvaardbare schaalvergroting en daardoor denaturering van de Veemarktstraat zal worden ingeluid. Daarbij komt, dat niet verwacht mag worden, dat monumentenzorg wil medewerken aan opgeven van meergenoemde gevel ter plaatse. Wij hebben dan ook onze pogingen om tot combinatieverkoop van de 3 panden te komen, gestaakt, waardoor het beletsel om tot afzonderlijke vervreem ding van Veemarktstraat 19 - 19a over te gaan, is weggevallen. Mitsdien stellen wij Uw raad voor deze opstal met de bijbehorende grond ter oppervlakte van 395 m2 te verkopen aan J.A.A. van Gurp, huurder van de in het pand aanwezige winkel, voor de door hem geboden prijs van 70.000,-, die - gelet op de staat waarin de opstal verkeert - onzes inziens aanvaardbaar is. Een andere ongeveer tezelfder tijd gedane bieding lag beduidend lager. De boekwaarde van deze eigendom bedraagt per 1 januari 1964 /6"8«378,17 De verkoop ware te geschieden onder de voorwaarden en bepalingen vermeld

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 352