Ti9P gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 167
8 april 1964
IZ/3389
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
ANTWOORD
In de vergadering van Uw raad van 11 december 1963 is de toezegging gedaan
na te gaan of de muur van de Sint Annakerk, gelegen aan de Weerijssingel,
eigendom is van de gemeente. Deze vraag werd gesteld in verband met het
slechte uitzicht voor het verkeer op het kruispunt Haagweg - 'Tramsingel.
Thans kunnen wij Uw raad mededelen, dat deze muur geen eigendom is van
de gemeente en dat aankoop hiervan, gevolgd door sloping weinig nut zal
opleveren, aangezien het verkeer dat vanaf de Weerijssingel de Haagweg
nadert van zeer ondergeschikt belang is. De verkeersfrequentie is op deze
singel minimaal.
Bovendien zullen eind dit jaar nog verkeerslichten op dit kruispunt worden
geplaatst
"VRAAG
Mevr. Van Mierlo zegt dat de raad geconfronteerd is geworden met een lawine
van straatnamen. De gemeente heeft een straatnamencommissie. Spreekster
zou daarom burgemeester en wethouders willen vragen erop toe te willen zien
dat deze commissie meer instructieve initiatieven zal ontplooien. Straat
namen produceren waarbij men een kaart van België gebruikt om de namen van
steden en gehuchten over te schrijven lijkt spreekster de stad Breda niet
waardig.
ANTWOORD
Ons college heeft besloten - gelet op het advies van de commissie voor de
straatnaamgeving - in een gedeelte van het uitbreidingsplan "Hoge Vucht"
een Belgische buurt te creëren, door aan de straten in dit gedeelte van
het uitbreidingsplan de namen van Belgische steden te geven.
Wij zijn van oordeel, dat het initiatief van de commissie voor de straat
naamgeving met betrekking tot deze naamgeving alleszins acceptabel was en
dat van "een produktie van straatnamen, waarbij men een kaart van België
gebruikt om de namen van steden en gehuchten over te schrijven" geen sprake
is. Overigens is ons college gebleken, dat de commissie voor de straatnaam
geving steeds ontvankelijk is voor initiatieven en suggesties.
VRAAG
Mevr. Krens - Wagtmans zegt dat in oktober 1963 door de wethouder is toe
gezegd dat hij een rapport zou laten samenstellen over nog aan te leggen
speeltuinen in diverse wijken.
Zij vraagt of het mogelijk is de speeltuin op het Dr. Jan Ingen Houszplein