gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 176 27 maart 1964 Fb/5334 Voorstel van burgemeester en wethouders tot heffing van 145 - 160 opcenten op de hoofdsom der personele belasting over het dienstjaar 1964/1965. Ieder jaar moet door Uw raad het aantal opcenten worden vastgesteld, dat ten behoeve van de gemeente zal worden geheven op de hoofdsom der personele belasting. Reeds gedurende verscheidene achtereenvolgende jaren worden door deze gemeente 145 - 160 opcenten geheven, hetgeen een opbrengst geeft nagenoeg gelijk aan 150 opcenten op alle aanslagen. Bij de opstelling van de begroting 1964 is met eenzelfde aantal opcenten voor het belastingjaar 1964/1965 rekening gehouden. Het dienstjaar 1964/1965 voortd.e heffing van bedoelde opcenten vangt aan op 1 juni 1964. Hoewel een huurverhoging per 1 juli 1964 in het voornemen ligt ware het bestaande tarief voorshands voor het belastingjaar 1964/1965 te handhaven en kan te zijner tijd alsnog aanpassing van de huurwaarde-normen voor de heffing van bovenvermelde opcenten voor het heffingsjaar 1964/1965 aan het nieuwe huurniveau plaats vinden. Wij hebben de eer voor te stellen het aantal opcenten op de hoofdsom der personele belasting voor het belastingjaar 1964/1965 wederom vast te stel len op 145 - 160, waarbij de huurwaarde-normen welke voor het belasting jaar 1963/1964 gelden ongewijzigd te handhaven. Hen ontwerp-verordening tot heffing dezer opcenten gaat ter vaststelling hierbij. hen eventueel afwijkend advies van de uit Uw raad gevormde afdeling voor de financiën zal U nog nader worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, Geuljans burgemeester, Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 395