bijlage nr. 224 -2- In het kader van het algemene financiële beleid lijkt het ons passend dat dit tarief in beschouwing wordt genomen bij de behandeling van de begroting, zoals dit ook eerder al enige malen is gebeurd. Eventueel komen wij hierop dus terug bij de behandeling van de begroting voor 1965. Wanneer wij U verder voorstellen tot aanpassing van enige tarieven over te gaan zijn wij er ons van bewust dat een exacte voorcalculatie van de kostprijs der diverse diensten momenteel niet is te produceren. De meest recente gegevens, die over 1963, zijn nog niet bekend en verder uitstel van behandeling achten wij met het oog op de datura van ingang der ver hogingen niet gewenst. Ook ontbreekt op het ogenblik inzicht in het ver loop van de stijging van diverse kostenfactoren. Tenslotte is van belang dat wij er naar streven een beter inzicht te verkrijgen in de kostprijs structuur van het vervoerbedrijf, waarbij modernisering van de admini stratieve opzet een belangrijke rol speelt. Het effect hiervan zal even wel ook nog geruime tijd op zich moeten laten wachten. Al met al staat het voor ons vast dat een aanpassing aan het tarief slechts voor een beperkte periode aanvaardbaar kan zijn en dat wij zo spoedig mogelijk met herziene voorstellen zullen komen. Uitstel achten wij evenwel financieel niet verantwoord. In dit licht moeten dan ook de nu voorgestelde tarieven worden gezien. In de hierna volgende becijferingen is allereerst rekening gehouden met de genoemde percentages, terwijl voorts een verhoging moet worden toege past wegens salaris- en loonstijgingen in 1963 en 1964. Wat dit laatste betreft hebben wij voor 1963 een percentage aangenomen van 5»2 en voor 1964 van 10,6. Het percentage van 5,2 vertegenwoordigt de helft van het resultaat van de nacalculatie over 1962 en 1963; het percentage van 10,6 is de naar de huidige gegevens meest nauwkeurige benadering. Deze percentages zijn bij de opzet van de nieuwe tarieven omgeslagen over directe- en indirecte kosten, waarbij doorberekende rente en afschrij ving op de activa op het peil van 1962 zijn gehandhaafd. Gelet op het voorlopige karakter van de nieuwe tarieven achten wij deze voorzichtige benadering wel verantwoord. Aldus komen wij tot een nieuwe tariefstelling voor de volgende verrich tingen: Beerputten De tarieven zullen met rond 65/moeten worden verhoogd. Dit betekent dat het recht voor het ledigen van beerputten tot 1-g- m3 inhoud van 10,— tot 17,- wordt verhoogd. De huidige 3,50 voor elke halve m3 meer wordt ƒ6,-; het tarief van 1,- per 10 meter afstand tot de put boven de eerste 30 meter kan op 1,50 worden gesteld. Privaat- en afvaltonnen De in de verordening genoemde privaattonnen komen bij woningen niet meer voor. Deze tonnen worden nog wel toegepast bij kermissen, doch sinds enige jaren geschiedt de verstrekking hiervan gratis in het kader van de pacht die door de kermis-exploitanten wordt opgebracht. Op grond hiervan kan het tarief voor het gebruik van privaattonnen uit de verordening vervallen (artikel 5a en b). Mocht in incidentele gevallen nog van deze dienst gebruik worden gemaakt dan kan artikel 11diverse

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 527