een tijdelijke constructie kunnen worden volstaan. Uit het hierna gevolgde
overleg met M.S. is gebleken, dat - tengevolge van de voor de spoorwegen
vereiste uitzichtshoeken - deze viaducten veel grotere afmetingen dienen
te verkrijgen dan oorspronkelijk was voorzien.
Een dergelijke oplossing is voor M.S. nog niet erg aantrekkelijk omdat de
gewenste uitzichtshoeken nog niet geheel worden verkregen. Nagegaan is
daarom of het geen aanbeveling verdiende om ter plaatse een onderdoorgang
te maken. Maast het voordeel voor M.S. van een ruim uitzicht biedt een
tunnel ook voor de gemeente grote voordelen, daar de hoge - ten dele in
de bebouwing gelegen - opritten voor de viaducten komen te vervallen, waar
door een ruimer geheel wordt verkregen.
De kosten van het maken van de (grotere) viaducten bedragen - globaal ge
raamd - 3.000.000,-.
Nu de kosten van beide mogelijkheden nagenoeg gelijk zijn verdient het
naar onze mening de voorkeur om tot de bouw van een tunnel te besluiten.
De bouw van deze tunnel zal gelijktijdig, althans in het kader van het
plan "Breda-hoog" worden uitgevoerd en is daarom in de onderwerpelijke
kostenbegroting opgenomen.
De ten laste van de gemeente komende kosten van de tunnel zullen op de
post "noordelijke invalsweg binnen de gemeente" worden geboekt, zodat
deze kosten - evenals in de oorspronkelijke opzet - bij de berekening
van de rijksbijdrage in de kosten van de noordelijke invalsweg blijven
meetellen.
In de begroting (bijlage lil) moet nog een correctie plaats vinden ten
aanzien van post 21seinwezen, geraamd op 4.500.000,-. Tijdens de
onderhandelingen in de redactie-commissie voor het contract is namelijk
van de zijde van M.S. beaamd, dat genoemd bedrag kan worden gereduceerd,
tot rond 2.700.000,- voor het aanbrengen van een geheel nieuw NX-sys-
teem. Dit betekent dus een vermindering van de totale begroting ad
38.055.000,- met 1.800.000,-, blijft 36.255.000,-.
Zoals reeds vermeld zal door M.S. op grond, van door haar erkende spoor-
wegbelangen een bijdrage worden verstrekt van van de kosten van de
in de artikelen 1 en 2 van de overeenkomst bedoelde werken.
De kosten van de door de gemeente - voor rekening van partijen - uit te
voeren werken bedoeld in artikel 2, omvattende de reconstructie van het
stationsvoorplein, kunnen zeer globaal geraamd worden op 500.000,-.
(zie bijlage IV).
Dit betekent derhalve, dat van de werken, bedoeld in de artikelen 1 en 2
ten laste van de gemeente Breda komt een bedrag van 80gfo van 36.255.000,
500.000,-) 29.587.775,-.
Daarenboven komen ten laste van de gemeente de grondkosten en de kosten
van de bijkomende werken, bedoeld in artikel 3 van de overeenkomst. In
bijgevoegd kostenoverzicht (bijlage IV) zijn deze kosten zeer globaal ge
raamd op 3.835.000,-.
In de onderwerpelijke kostenbegroting van het hoogspoorplan zijn niet
begrepen de bouw van de kunstwerken, waarvoor een afzonderlijke rege
ling geldt t.w. de viaducten over de spoorlijn in de Kapittelweg en in
de noordelijke oost-westverbinding (Moleneindstraat)waarvoor in Uw
vergadering van 13 juni 1962 bereids voorbereidingskredieten zijn ver-