-10-
2. NS is - met uitsluiting van anderen - bevoegd aan derden het uitvoeren
van werken, in, op, boven of onder de in lid 1 bedoelde terreinen op door
haar vast te stellen voorwaarden toe te staan.
3. Voor het aanbrengen door de gemeente of derden van werken en inrichtingen
aan, op, of langs de werken, bedoeld in artikel 1lid 1 sub h t/m k, en in,
op, boven of onder de op spoorwegterrein gelegen aansluitende weg-, resp.
watergedeelten, is vergunning van NS vereist.
4. Vergunningen aan derden als in lid 3 bedoeld, zullen door NS slechts worden
verleend, nadat terzake met de gemeente overleg is gepleegd, die bevoegd is
aan die vergunningen voorwaarden te doen verbinden in het belang van het
openbaar verkeer en van de gemaakte werken.
Artikel 19
1Voor zover ten behoeve van de uitvoering van de in deze overeenkomst
bedoelde werken tijdelijk of blijvend moet worden beschikt over niet
aan NS of de gemeente in eigendom behorende gronden, zal de gemeente op
haar kosten het nodige doen voor het in gebruik, resp. in eigendom, ver
krijgen van bedoelde gronden.
2. Indien ten aanzien van het in eigendom verkrijgen van de in lid 1 bedoelde
gronden in te nemen door de werken, welke krachtens deze overeenkomst tot de
spoorweg gaan behoren, bijzondere voorwaarden of bepalingen worden bedongen,
behoeven deze de goedkeuring van NS.
3. NS stelt de op de in artikel 1 bedoelde tekening met groene kleur aangegeven,
bij haar in eigendom verblijvende, gronden, nodig voor de uitvoering van de
in deze overeenkomst bedoelde werken, kosteloos ter beschikking van die
werken.
4. NS stelt de op de in lid 3 bedoelde tekening met rode kleur aangegeven, haar
in eigendom toebehorende gronden, nodig voor de in deze overeenkomst bedoelde
werken, kosteloos en volgens het bepaalde in artikel 1 sub p ontruimd, ter
beschikking van de werken.
5. De gemeente stelt de op de in lid 3 bedoelde tekening met blauwe kleur aan
gegeven gronden, nodig voor de uitvoering van de in deze overeenkomst be
doelde werken, kosteloos en ontruimd ter beschikking van die werken, nadat
de gemeente de volle onbezwaarde eigendom daarvan heeft verworven, waarbij de
gemeente in overleg met NS, met name voor CSM, alle maatregelen zal nemen
voor de waarborging van de goede bedrijfsexploitatie, gedurende de uit
voering der werken, mede in verband met de aanraking met de spoorwegwerken.
6. Na het gereedkomen van de werken zullen de gemeente en NS de eigendomsgren-
zen in gemeen overleg nader vaststellen.
7. Voor de vaststelling van de nieuwe eigendomsgrenzen zal er in principe van
worden uitgegaan, dat de gronden, welke door tot de spoorweg behorende
werken in beslag worden genomen, op de in artikel 1 bedoelde tekening met
groene en blauwe kleur aangegeven, eigendom van NS blijven of worden, ter
wijl de gronden, welke door NS voor de spoorwegdienst kunnen worden gemist,
op de in artikel 1 bedoelde tekening met rode kleur aangegeven, eigendom
van de gemeente worden.
8. De in lid 7 bedoelde wederzijdse eigendomsoverdracht zal onder nader overeen
te komen voorwaarden ^schieden voor de formele koopsom van één gulden 1,-)
hetgeen bij afzonderlijke akte, ondermeer met inachtneming van de volgende
bepalingen zal plaatsvinden:
a. de overdracht door de gemeente aan NS van de op de tekening met blauwe
kleur aangegeven gronden zal geschieden vrij van opstallen en eventuele