"bijlage nr. 236
-2-
Het pand is echter nog steeds bewoond en het ziet er, gelet op het
vorenstaande, niet naar uit dat vervangende huisvesting op korte termijn
beschikbaar zal komen, terwijl het aanbrengen van verbeteringen
aan de onderhavige woning niet langer kan worden uitgesteld.
Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor het beroep van Mr.
L.J.M.van den Brink, door hem ingesteld als gemachtigde van J.G.M.de
Boer, ongegrond te verklaren en de aanschrijving van ons college dd.
25 februari 1964, no. v/2767, te handhaven, overeenkomstig het ont-
werp-besluit, dat eveneens in de raadzaal ter visie is gelegd.
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal
U nog worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda
Geuljans burgemeester
Van Woensel
secretaris.