gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 237
6 mei 1964
V/8287
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
aangaan van een overeenkomst met het rijk betref
fende de aanleg van de noordelijke invalsweg naa.
Breda.
In ons voorstel dd. 7 september 1960, bijlagen i960 no. 439 tot het be
schikbaar stellen van kredieten o.a. voor de aanleg van de noordelijke invals
weg, waartoe is besloten in Uw vergadering van 14 september 1960, is te
kennen gegeven dat de kosten van deze weg voor zover gelegen buiten de ge
meente geheel voor rekening van het rijk zullen komen en dat voor het ge
deelte binnen de gemeente 1/3 gedeelte van de kosten met een maximum van
750.000,- door het rijk zal worden gedragen.
De aanleg van de noordelijke invalsweg zal nu binnen afzienbare tijd kunnen
worden geëntameerd door de gemeente, doch zulks vanwege de aanzienlijke
financiële medewerking van het rijk uiteraard volgens door of namens de
minister van verkeer en waterstaat goedgekeurde plannen.
Zowel de verplichting tot aanleg van de weg als de kostenverdeling en alle
verdere voorwaarden en bepalingen dienen te worden vastgelegd in een over
eenkomst tussen het rijk en de gemeente, waarover thans volledig akkoord
tussen partijen is bereikt, en die in het hierna vermelde concept-besluit
in extenso is opgenomen.
Uit hoofde van de aanvaarding der kostenvergoeding door het rijk behoort
de beslissing tot het al of niet aangaan dezer overeenkomst tot de compe
tentie van Uw raad.
Met betrekking tot het maximum der bijdrage in het tracé binnen de gemeente
grens, hetwelk van 750.000,- tot 1.100.000,- is verhoogd, zij opgemerkt,
dat deze verhoging in de onderhandeling met de Rijkswaterstaat is verkregen
op grond van de meerdere kosten van een te bouwen tunnel onder de spoorbaan
in plaats van het aanvankelijk geprojecteerde viaduct.
Voor de omstandigheden die tot deze verandering in de plannen aanleiding
hebben gegeven mogen wij verwijzen naar het U thans ook gedane voorstel
omtrent de uitvoering van het hoogspoorplan, waarin zulks uitvoeriger is
uiteengezet.
De financiële consequenties welke uit deze planwijziging voortvloeien zijn