Breda bij bijlage nr. 260 De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van o mei 1964; overwegende dat de leden van de coördinatiecommissie schouwburgactiviteiten en van de commissie van advies voor de exploitatie van het cultureel centrum De Beyerd hun mandaat ter beschikking hebben gesteld teneinde het instellen van een kunstraad voor beide instellingen tezamen mogelijk te maken; besluit: vast te stellen het navolgende Reglement voor de RAAD VOOR DE BEROEPSKUNST. Artikel 1 Er is een raad voor de beroepskunst, kortweg aangeduid als kunstraad. Artikel 2 1. De kunstraad heeft tot doel: a. als medium te fungeren middels hetwelk de burgerij betrokken kan wor den bij het beleid op het gebied van de stadsschouwburg, het cultureel centrum De Beyerd en andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen gebieden; b. burgemeester en wethouders van advies te dienen voor hun beleid op de sub a bedoelde gebieden en daarmee samenhangende belangen 2. Een advies als bedoeld sub b bereikt burgemeester en wethouders via de directeur die het aangaat. Artikel 3 Het beraad van de kunstraad heeft betrekking op de navolgende onderwerpen binnen de in artikel 2 bedoelde gebieden, ook waar het de onderlinge samen werking tussen meerdere instellingen betreft: a. de programmering; b. de kaartverkoopsystemen, hieronder begrepen de publieksorganisatie c. de publiciteit; d. nader door burgemeester en wethouders aan te wijzen onderwerpen. Artikel 4 1De kunstraad is samengesteld uit a. de wethouder van onderwijs en culturele zaken; b. de directeuren van de in artikel 2 bedoelde instellingen, verder aan geduid als de directeuren; c. twee leden van de raad der gemeente Breda; d. een vertegenwoordiger van bedrijfs- of personeelsverenigingen; e. een vertegenwoordiger van het onderwijs; f. drie leden op titel van algemeen culturele belangstelling; g. een ambtelijk secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 627