gemeente Breda Bijlage nr, 270 aan de raad der gemeente Breda. 6 mei 1964 AZ/8282 Voorstel van burgemeester en wethouders betref fende verhoging van de vergoedingen voor het bij wonen van de vergaderingen van de raad, van de afdelingen van de raad en van commmissies Op bw verzoek hebben gedeputeerde staten van koord-Brabant bij hun besluit van 25 mei 1960 G. no. 57437 de vergoedingen voor het bijwonen van de ver gaderingen van de raad alsmede van de vergaderingen van de afdelingen van de raad en van door de raad benoemde commissies, als bedoeld in de artike len 60, 63 en 197 van de gemeentewet, met ingang van 1 juni i960 vastge steld op respectievelijk 20,- en 10,- per lid voor elke bijgewoonde vergadering. In verband met de sedertdien opgetreden aanmerkelijke stijging van lonen en prijzen zijn wij de mening toegedaan, dat er voor Uw raad aanleiding bestaat bij gedeputeerde staten stappen te ondernemen om tot verhoging van ge noemde bedragen te komen. Het komt ons redelijk voor genoemd college te verzoeken deze bedragen te verhogen tot respectievelijk 25,- en 12,50. Daarom stellen wij Uw raad voor gedeputeerde staten in overweging te geven met ingang van 1 juni 1964 de vergoeding voor het bijwonen van raadsvergaderingen vast te stellen op 25,- en die voor het bijwonen van afdelings- en commis sievergaderingen op 12,50. Burgemeester en wethouders van Breda, Geuljans burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 640