gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 286 27 mei 1964 AZ/6671 Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de verordening, als bedoeld in artikel 4 van de winkelsluitingswet 1951 den aantal hier ter stede gevestigde opticiens heeft zich enige tijd geleden tot ons college gewend met het verzoek te bevorderen, dat de verordening als bedoeld in artikel 4 van de winkelsluitingswet 1951 inzake halve-dagsluiting van winkels in die zin wordt gewijzigd, dat de plaatselijke opticiëns verplicht worden hun winkels des maandags- middags te sluiten. Ingevolge artikel 14, 2e lid, van die wet kan de gemeenteraad een regeling, als hiervoor bedoeld, alleen op verzoek van de ICamer van Koophandel vaststellen of nadat die Kamer dienaan gaande gunstig heeft geadviseerd. Uit het te dezer zake door de Kamer van Koophandel uitgebrachte advies blijkt, dat zeven van de tien in Breda gevestigde opticiëns, welk zevental tien van de dertien optiekwinkels hier ter stede exploiteert, voorstander zijn van een verplichte maandagmiddagsluiting voor hun branche en dat de drie overige opticiëns die Kamer hebben laten weten tegen een dergelijke regeling te zijn. Daarom adviseert d.e Kamer van Koophandel de in deze gemeente van kracht zijnde verordening als bedoeld in artikel 4 van de Tihkelsluitingswet 1951 in de hiervoor aangegeven zin te wijzigen. Aangezien ook liet betrokken winkelpersoneel met een regeling als hier voor bedoeld gebaat zal zijn, stellen wij Uw raad voor te besluiten confoim het hierbij gevoegd concept. Ken eventueel afwijkend advies van do commissie voor de strafverorde ningen zal nog nader worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, Geuljans burgemeester. Van Koensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 673