volgno. 29 der agenda
-2-
In verband hiermede werd tot nu toe voor gronden bestemd voor de bouw
van woningen, winkels, garages en bijzondere gebouwen per uit te geven
m2 een bedrag van 1,60 gerekend en voor gronden bestemd voor sport
terreinen, begraafplaatsen en volkstuinen 0,80 per m2.
Voormelde bedragen zijn in 1950 vastgesteld op basis van een toenmaals
gemaakte raming van de kosten van een aantal grote werken. Vorig jaar
hebben wij erop gewezen, dat deze toeslag wegens kosten grote werken
noodzakelijk zou moeten worden verhoogd daar de bedoelde kostenraming
van 1950 •uiteraard is achterhaald; dit heeft ons aanleiding gegeven
om Uw college voor te stellen om met ingang van 1964 de grote werken-
bijdrage te verhogen van 1,60 tot 2,60 respectievelijk van 0,80
tot 1,30 per m2.
Deze verhoging heeft een prijsstijging van gemiddeld ±3,&fo ten op
zichte van de prijzen 1963 tot gevolg.
Vermeld moge nog worden dat de hierbedoelde bijdrage in de kosten van
grote werken ten goede komt van de algemene dienst (fonds grote werken)
en de middelen van dit fonds voor de financiering van kapitaalswerken
kunnen worden aangewend. Uit bijlage I blijkt dat wegens de hierbedoelde
bijdrage een bedrag van 7.237.900,- ten goede van het fonds grote
werken zal komen.
3. Voorzichtiger raming der gronduitgiften.
De raming van de gronduitgiften is zo goed mogelijk in overeenstemming
gebracht met de te verwachten mogelijkheid tot het bouwen van woningen
en bijzondere gebouwen alsmede van de aanleg van sportvelden e.d.
Deze herraming resulteerde in een gedeeltelijke verschuiving van grond-
uitgiften naar latere jaren, hetgeen een verhoging van de rentekosten
tot gevolg heeft.
De rentekosten zullen blijkens bijlage I voor de grondpool 1964
10.487.0C0,- bedragen terwijl deze kosten vorig jaar op 8.587.400,-
waren geraamd; deze kostenfactor ondergaat dus een stijging van
1.899.6OC,-.
De stijging der rentekosten wordt voornamelijk door de vermelde ver
schuiving ier uitgifteramingen veroorzaakt, hoewel ook de hogere kosten
van werken hier mede een rol spelen.
De uit dezen aoofde becijferde prijsstijging bedraagt +.2,9^ wederom
in vergelijking met de prijzen 1963.
4. Wijziging in enxele uitbreidingsplannen.
In de uitbreidingsplannen Doornbos, Blauwe Kei, Boeimeer N.O., Brabant
park A en Driesprong zijn wijzigingen aangebracht die verlies van voor
heen uitgeefbare grond tot gevolg heeft gehad.
De kosten van de gehele grondpool moeten bierdoor over een kleinere
hoeveelheid grond omgeslagen worden waardoor een gemiddelde prijsstij
ging ten opzichte van 1963 zal ontstaan van 1 ,5fc.
Wijzigingen van de uitbreidingsplannen als hiervoor bedoeld zijn prak
tisch niet te vermijden.
De vermelde prijsstijging is het gevolg van meerdere planwijzigingen
van de laatste jaren, die eerder nog niet in de jaarlijkse prijsbere
keningen waren opgenomen.
Doordat het vorig jaar de uitgifteprijzen boven de toen berekende (doch
onzes inziens onvolledige) kosten met 2£b extra zijn verhoogd, alsmede
doordat er een rentevoordeel is ontstaan als gevolg van eerdere uitgifte
van gronden in het grote plan IJpelaar dan was voorzien, kunnen voormelde
stijgingspercentages van in totaal 13,6-^ met 3,6^ worden verminderd, waar-