-6- BEPLMTINGEN De oppervlakte der gemeentelijke plantsoenen bedroeg op 1 januari 1964: grote parken en plantsoenen 41 ha kleinere plantsoenen en stroken 94.8 ha. singeltaluds 11.8 ha totaal 147.6 ha Ten opzichte van 1963 betekent dit een toename van 8.6 ha, welke voorname lijk betreffen het park Wolfslaar en omgeving verlengde Claudius Prinsen laan. Bij een inwonertal van 115.000, bedraagt de oppervlakte groen per inwoner: 12.84 m2 (per 1-1-1963 12.30 m2). De oppervlakte der sportvelden bedraagt in totaal 45.1 te vermeerderen met 3.54 ha voor de ruige shotvelden, derhalve totaal 48.64 ha. Per inwoner bedraagt de oppervlakte aan sportvelden 4.23 m2 (per 1-1-1963: 3.98 m2). De kosten van onderhoud van parken en plantsoenen kunnen voor 1963 worden gesteld op 66,62 per 100 m2 tegen 62,79 per 100 m2 in 1962. Deze stijging van 6,1c wordt veroorzaakt door het oplopende niveau van lonen en prijzen, waarvan de gevolgen in de kosten per m2 tot uiting komen. De kosten van het groen per jaar/ per inwoner zijn toegenomen van 7,57 tot 8,48, derhalve een verhoging van 0,91 per jaar/ per inwoner, ener zijds door de toename van de oppervlakte groen per inwoner, anderzijds door de kostenstijging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 6