-2-
1962 met pensioen gegane brandweerlieden in hun pensioen geen nadeel
ondervinden
ïïadere regeling van de salarissen over het tijdvak 1 januari 1959 tot
1 januari 1962 behoeft onzes inziens niet plaats te vinden, aangezien de
reed.s door Uw raad over die periode vastgestelde salarissen zo goed als
gelijk zijn aan die welke voor de rijksbrandweerrangen zullen gelden.
II. De rangen van de brandweerofficieren zijn reeds met ingang van 1 januari
1960 krachtens besluit van Uw raad op ons voorstel van 10 februari 1960
(bijlagen 1960, nr. 112) dezelfde als die van technische functies bij
andere gemeentelijke diensten,waarbij de vereiste opleiding, de taak en
de verantwoordelijkheid, in aanmerking worden genomen. Voor de rijksbrand-
weerofficieren zal, voor zover de gelijksoortige situatie betreft, op een
dergelijke wijze worden gehandeld.
III. 'Ie Uwer informatie tekenen wij aan, dat vrij aan de lagere beroepsbrand-
weerambtenaren een voorschot op de verhogingen hebben doen uitbetalen
over het tijdvak 1 januari 1962 tot 1 januari 1964.
IV. dij geven U in overweging de bijgevoegde ontwerp-besluiten tot wijziging
van de bezoldigingsregeling ambtenaren 1961 waarover de commissie
van overleg is gehoord, vast te stellen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Geuljans burgemeester.
Van Uoensel secretaris.
Ligt ter visie in de raadzaal.