gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda, Bijlage nr. 322 8 juni 1964 P/10315 Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzigin.,, van de bezoldigingsregeling ambte naren 1961. (ingaande 1 januari 1964) De minister van binnenlandse zaken heeft ons bij schrijven van 17 december 1963 nr. AB63/U3OI5 een afdruk doen toekomen van een aan zijn ambtgeno ten gerichte circulaire inzake de voorgenomen bezoldigingsmaatregelen per 1 januari 1964 voor het rijkspersoneel, xfelke onder meer bestaan uit; a. een herziening op grond van het resultaat van de nacalculatie van de loonontwikkeling in de particuliere sector; b. een verwerking van een gedeelte van de pensioenmaatregelen 1963 name lijk een verhoging van het pensioenverhaal tot 7»9/3 van de pensioen grondslag, gepaard gaande met een compensatie in het salaris voor zo ver het verhaal beneden 6,4;j lag, en betaling van de A.O.W./A.W.W.- premie door de werkgever, met als gevolg het vervallen van de A.O.W.- compensatie in de salarissen; c. een algemene salarisverhoging van 1O/0 in verband met de loonontwikke ling in het particuliere bedrijfsleven; d. de afschaffing van de verdienstenbeloning onder gelijktijdige verhoging van het salaris van de ambtenaren-werklieden met het gemiddelde van die beloning ad 8;-; e. een verbetering van de salarisopbouw van de loongrocpen van de ambtena ren-werklieden alsmede inpassing van de loongroepen 7 en 8 in de schalen van de ambtenaren- niet werklieden; f. de uitvoering van de 3e fase van de gedifferentieerde salarisverhoging voor de ambtenaren (niet-werklieden)deze verhoging van 8 tot 40',^ wordt in 4 fasen, namelijk per 1 januari 1962, 1963, 1964 en 1965 gere aliseerd. Voornoemde minister heeft ons in overweging gegeven de totstandkoming van overeenkomstige voorzieningen ten behoeve van het personeel in dienst van deze gemeente te bevorderen. Blijkens bovenaangehaalde ministeriële circulaire is de Regering voornemens voor de ambtenaren-werklieden het systeem van verdienstenbeloning af te schaffen. In verband daaunede heeft zij het standpunt ingenomen, dat uit een oogpunt van algemene salarispolitiek het niet onaanvaardbaar behoeft te worden geacht, dat de gemeentebesturen, zo zij dit op grond van personeels beleid wenselijk zouden achten, het systeem van verdienstenbeloning zouden handhaven, mits de door hen gevolgde loonsystemen niet tot een uitzonder lijk hogere bezoldiging zouden leiden dan die welke voor het overeenkomstige rijkspersoneel zal gelden. Hoewel het derhalve theoretisch niet uitgesloten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 791