vervracht mag worden dat zij in staat zijn vanuit hun kennis van het werk der vale- en standsorganisatie, het maatschappelijk werk en de zorg voor de volksgezondheid, of van andere vormen van bevordering van het maatschappelijk welzijn een zo goed mogelijke aansluiting van het bijstandsbeieid op de verand.erende maatschappelijke behoeften, om standigheden en mogelijkheden te verwezenlijken. 2. Als secretaris wordt aan het college voor bijstand toegevoegd de directeur van de dienst die in de vergaderingen van genoemd college een raadgevende stem heeft. Bij zijn afwezigheid, op welke wijze ook ontstaan, treedt zijn plaatsvervanger op. Artikel 4 1. De leden, bedoeld in artikel 3, 1e lid onder b hebben zitting zolang zij lid van de gemeenteraad zijn, doch in geen geval langer dan 4 jaar. 2. De leden, bedoeld in artikel 3, 1e lid onder c, hebben zitting gedurende 4 jaar met dien verstande dat hun zittingsduur in elk geval eindigt bij het bereiken van de 70-jarige leeftijd en bij vertrek uit de gemeente Breda Artikel 3 Van het in artikel 4 bepaalde omtrent de zittingsduur wordt voor het eerste tijdvak van 4 jaar afgeweken met het oog op de jaarlijkse aftreding volgens het rooster. artikel 6 1. Van de leden, bedoeld in artikel 3, 1e lid onder b en c, treden er jaar lijks per de eerste dinsdag van de maand september 3 af volgens een door het college voor bijstand op te maken rooster, dat aan burgemeester en wethouders en aan de gemeenteraad wordt medegedeeld. 2. Een lid, dat tussentijds benoemd wordt, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij benoemd is, volgens het rooster aan de beurt van aftreden zou zijn. 3. De af tredenden zijn terstond herbenoembaar. Artikel 7 1Van het ontstaan van een vacature geeft het college voor bijstand tijdig kennis aan burgemeester en wethouders. 2. De voorziening in een vacature geschiedt binnen 2 maanden na de kennis geving bedoeld in het 1e lid van dit artikel. Artikel 6 Burgemeester en wethouders geven de benoemde zo spoedig mogelijk kennis van zijn benoeming. Deelt hij binnen 14 dagen niet mede dat hij zijn benoeming- aanneemt, dan wordt hij geacht deze niet aan te nemen. In dat geval volgt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering van de ge meenteraad een nieuwe benoeming. Artikel 9 De leden van het college voor bij stand genieten voor elke bijgewoonde verga dering een presentiegeld gelijk aan de vergoeding aan gemeenteraadsleden voor het bijwonen van vergaderingen van afdelingen van de gemeenteraad zoals deze thans is vastgesteld of nadien zal worden gewijzigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 852