gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Haf Bijlage nr. 348 7 juli 1964 V/8776 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van het uitbreidingsplan in onderdelen "Boeinieer Z.O. 1964". In de raadzaal hebben wij voor U in ontwerp ter visie gelegd het uitbrei dingsplan "Boeimeer Z.O. 1964" met de daarbij behorende stukken. Dit plan is voor het grootste gedeelte een herziening van het uitbreidingsplan "Boeimeer Z.O. 1956" en voor het overige een gedèeltelijke herziening van het uitbreidingsplan "Ruitersbos" en de bebouwingsverordening "Mastbosch". Het belangrijkste element in dit ontwerp-uitbreidingsplan is de reconstruc tie van de Willem van Oranjelaan welke is geprojecteerd als een weg met gescheiden rijbanen tengevolge waarvan de ter plaatse aanwezige voortuintjes bij het wegprofiel moeten worden gevoegd. Voor nadere gegevens mogen wij U verwijzen naar de toelichting. Overeenkomstig de bepalingen der woningwet hebben de ter visie legging, bekendmaking en afkondiging plaatsgevonden. Van de geboden gelegenheid om bezwaar te maken is gebruik gemaakt door de heer C. Verheyen, Haagdijk 168, alhier, wiens voor U ter visie gelegde bezwaarschrift binnen de vastgestelde termijn is binnen gekomen. Reclamant is eigenaar van de percelen Willem van Oranjelaan 5 en 7. Hij heeft er bezwaar tegen, dat in het uitbreidingsplan de voortuinen van genoemde panden (op de ter inzage gelegde tekening no. 347634 met rode kleur aangeduid) bestemd zijn tot "openbare weg", omdat hierdoor waardevermindering van deze panden optreedt. Naar aanleiding van dit bezwaarschrift kan worden opgemerkt, dat de Willem van Oranjelaan een onderdeel vormt van de verbindingsweg welke vanaf de cityring via Markendaalseweg, Irenestraat, Graaf Hendrik III-laan en Willem van Cranjelaan naar de Duivelsbruglaan loopt. Gezien deze belang rijke verkeersfunctie in het stadsverkeer dient de Willem van Oranjelaan gescheiden rijbanen te krijgen. Dit brengt mee' dat o.a. de voortuinen van de -panden Willem van Oranjelaan 5 en 7 bij de verruiming van het wegpro fiel betrokken moeten worden. Het reclamant is overigens overeenstemming bereikt over aankoop door de gemeente van de beide voortuinen. In de - behoudens U instemming - over eengekomen koopprijs is een bedrag voor waardevermindering van de reste rende eigendom begrepen, zodat zijn bezwaren, die zich voorts niet rich ten tegen het plan als zodanig doch tegen de financiële gevolgen daarvan met betrekking tot zijn eigendom, thans ongegrond moeten worden verklaard. Wij stellen U voor; I. de bezwaren van C. Verheyen ongegrond te verklarenj

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 880