bijlage nr. 367
-3-
g.l.o.-scholen hebben nl. het recht om in dezelfde mate vakleerkrachten aan
te stellen als er vakonderwijs gegeven wordt op de openbare g.l.o.-scholen.
Ingevolge artikel 101 bis van de lager-onderwijswet 1920 dient de raad der
gemeente jaarlijks te bepalen, het getal wekelijkse lesuren, gedurende
het welk in dat jaar vakonderwijs zal worden gegeven. Dit aantal wekelijkse
lesuren wordt voor elke soort van openbare scholen bepaald door deling
van het totaal getal per week te geven uren vakonderwijs door het aantal
onderwijzers, de hoofden daaronder begrepen, het welk volgens artikel 28
van de lager-onderwijswet 1920 in hetzelfde jaar aan die scholen verbonden
moet zijn.
Door Uw raad werd in zijn vergadering van 4 december 1963 besloten, het
getal wekelijkse lesuren, gedurende het welk in 1964 aan de drie openbare
scholen voor gewoon lager onderwijs in deze gemeente vakonderx^ijs zal wor
den gegeven, te bepalen op:
15 (uren vakonderwijs in "nuttige handwerken voor meis.ies")
15 (verplichte onderwijzers)
Bij behoud van het vakonderwijs in "nuttige handwerken voor meisjes" en
bij invoering van vakonderwijs in "lichamelijke oefening" - zoals hiervoren
is omschreven - zal het getal wekelijkse lesuren, gedurende het welk ingaande
1 september a.s. in 1964 aan de vier openbare scholen voor gewoon lager
onderwijs vakonderwijs zal worden gegeven, dienen te worden bepaald op;
32 (17 uren "nuttige handwerken voor meis.ies" 15 uren lich.oef.)
17 (verplichte onderwijzers)
Indien het aantal uren vakonderwijs door Uw raad op 1 1ü/l7 zou worden vast
gesteld zou dit betekenen, dat alle bijzondere g.l.o.-scholen in Breda het
recht hebben, per verplichte leerkracht per week 1 15/'I7 uur vakonderwijs
te geven in de vakken en voor de klassen die de schoolbesturen verkiezen.
Het zal U bekend zijn, dat de gemeente in 1960 een zg. gentleman's agreement
heeft gesloten met de r.k. schoolraad, de H.O.O.S., de stichting "Jan Ligt-
hartschool" en de stichting "Hutsschool Breda", inhoudende, dat aan de onder
hun organisatie vallende of onder hun bestuur staande scholen voor g.l.o.
geen andere vakleerkrachten zouden worden aangesteld, dan die voor het les
geven in het vale "nuttige handwerken voor meisjes". Deze afspraak - welke
ook thans nog geldt - hield mitsdien in, dat aan de bijzondere scholen
voor jongens geen en aan de bijzondere gemengde- en meisjesscholen geen
andere vakleerkrachten dan voor "nuttige handwerken voor meisjes" zijn
verbonden.
Teneinde te bereiken, dat bij uitbreiding van het vakonderwijs in lichame
lijke oefening op de openbare g.l.o.-scholen, dit vakonderwijs ook op een
onzes inziens zo juist en efficiënt mogelijke wijze wordt uitgebreid op
de bijzondere g.l.o.-scholen, achten wij het verstandig wederom een
gentleman's agresnent te sluiten met genoemde overkoepelende onderwijsorga
nisaties en schoolbesturen.
Bedoeld gentleman's agresnent zou onzes inziens de navolgende bepalingen dienen
te bevatten:
1ingaande september 1964 zal het aantal wekelijks te geven uren vak
onderwijs op de openbare g.l.o.-scholen worden bepaald op 32/17 1 13/17;