rneente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 368 7 juli 1964 AZ/12372 Voorstel van burgemeester en wethouders tot aanvaarding van het standbeeld de Troubadour aangeboden door de II.V. Hero Conservenbedrijf Breda. De II.V. Hero Conserven Bred.a zal op 21 22 juli de herdenking vieren van het vijftig jarig bestaan van het bedrijf. De Hero heeft gemeend dit heuglijke feit ook in de gemeentelijke sfeer niet ongemerkt voorbij te moeten laten gaan. Als dank voor de ondervonden medewerking van de stad en het gemeentebestuur van Breda wil de Hero een standbeeld aanbieden, dat is ontworpen en uitgevoerd in een Bredaas milieu, namelijk de Academie voor beeldende Kunsten St. Joost. Het beeld is uitgevoerd in brons, de hoogte, zonder de sokkel, die wordt uitgevoerd in kunststeen, is 110 cm. Het beeld stelt voor een troubadour, welk ontwerp is geïnspireerd door de Unie van Oranjesteden. De ontwerpster, Annemieke Post, heeft met deze ietwat boertige figuur uitdrukking willen geven aan haar idee omtrent de humor, de poëzie en de gastronomie aan de hoven, toen het prinsdom Orange, de Baronie van Breda, het Graafschap Dillenburg en de Heerlijkheid Diest en zovele andere steden door het Huis Oranje-Nassau verbonden waren. De ontwerpster heeft ook rekening willen houden met de plaats waar dit beeldje zou moeten worden opgesteld namelijk de Havermarkt. De rond plastische vormen van het beeld maken het uitermate geschikt om een niet te grote architectonische ruimte-eenheid, als het ware te centreren. TTij menen deze sympathieke geste van de H.V. Hero Conserven Breda niet beter te kunnen honoreren dan door Uw raad voor te stellen te besluiten tot aanvaarding in grote erkentelijkheid van dit geschenk. Een tweetal foto's van het kle.i-model hebben wij voor U ter visie gelegd. Een eventueel afwijkend advies van de vaste afdeling uit Uw raad voor Culturele Zaken zal U nog worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, burgemeester. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 912