J bijlage nr« 372 - 2 - architectenhonorarium kosten opzichter advieskosten openbare werken diverse kosten grondkosten totaal totaal ft tl tl 55.000,™ 15.000,— 40.000,— 5.000.— 1.095.000,- 1 75.260.- 1.170.260,- Op grond van deze gegeverP zijn de hieruit voortvloeiende kapitaalslasten als volgt te begroten: bouwkosten kosten eerste inrichting- plus centrale verwarming erfpachtscanon 59.382,(40-jarige annuïteit, 5t c/°) 10.777,— 4.516,— 74.675,— 15-jarige annuïteit, 5t c/°) Ten aanzien van de verdere uitwerking dezer plannen is bij ons college de vraag gerezen, welke instantie zich gaat belasten met de bouwplannen: een particuliere stichting c.q. de gemeente. In beide gevallen kan rijkssubsidie worden verkregen. Indien een particuliere stichting gaat bouwen, is het rijkssubsidie direct, een bijdrage a fonds perdu, zijnde maximaal 25 c/° van de stichtingskosten en tevens niet meer dan de in de aan de rijkssubsidieregeling voor dorps- en wijkcentra toegevoegde schaal vermelde bedragen, in casu ca 60.000,-. Bedoelde regeling brengt inschakeling van meerdere organen met zich mede, terwijl ook ten aanzien van de bouw en exploitatie rekening dient te worden gehouden met een aantal stringente voorschriften. Tevens moet worden vol daan aan de bepaling, dat de bevolking zelve 10 van de stichtingskosten bijdraagt. Voor het geval de gemeente gaat bouwen, wordt het gemeenschapshuis ingebracht in het Woningbedrijf B en verhuurd op kostprijsbasis. In dit geval behoeft geen rekening te worden gehouden met de richtlijnen en voorwaarden van boven vermelde rijksregeling. Wat het rijkssubsidie betreft, dit is indirect, en wel in de exploitatie van het gebouw door bepaalde werksoorten (m.n. het maatschappelijk werk). Daarnaast bestaat er - evenals in bovenstaand geval - de mogelijkheid van gemeentelijk subsidie in de huisvestingskosten van het jeugdwerk- en ver enigingsleven. Bij afweging van beide mogelijkheden is ons college, na overleg terzake met de bouwgroep, tot de conclusie gekomen, dat het aanbeveling verdient te besluiten tot de bouw door de gemeente; immers, de alternatieve mogelijklieid houdt in een te zware belasting van het lokaal particulier initiatief. Daarbij komtdat steeds meer de gedachte veld wintdat het tot de taaie van de overheid behoort deze cn andere gemeenschapsvoorzieningen te treffen, met inspraak - waar wenselijk en mogelijk - van particuliere zijde. Daar de plannen, zoals boven gezegd, naar ons oordeel voldoende waarborg bieden, stellen wij Uw raad voor:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 915