bijlage nr. 61 _2_
H
weken van de eerste voorlopige aanwijzingen voor 1964zijn nu de volgende
wijzigingen vastgesteld:
a. verhoging van het schaalbedrag per inwoner met ƒ1,- van 63,- tot
64,-;
b. verhoging van het uitkeringspercentage van 133 tot V
De berekening van de algemene uitkering (exclusief onderdeel sociale zorg)
kan volgens de laatste gegevens als volgt worden opgesteld:
bedrag per ha. grondgebied 6160 x 5,- 30.800,-
element grondbelasting gebouwde eigendommen
5 x 283.390,86 1.416.954,30
schaalbedrag per inwoner 114.866 x 64,- 7.351.424.-
basisbedrag 8.799.178,30
De uitkering kan dan berekend worden op 138^> van
8.799.178,30 12.142.866,05
Raming in begroting 1964 (na herziening op grond van de
circulaire van 29 april 1964) 11.712.859.-
Meer-opbrengst op grond van de voorliggende circulaire 43000705
Bij de tweede hercalculatie van de salarisposten is de begroting 1964 wat
de eigen personeelskosten betreft volledig aangepast aan de nieuwe situatie
door algemene salarismaatregelen (verwezen x-rordt naar de raadsvergadering
van 16 december 1964agendapunt begrotingswijzigingen). Omdat bij het op
maken van de betreffende begrotingswijzigingen nog niets bekend was over de
compensatie voor de hogere lasten is ingesteld een "stelpost voor de te ver
wachten verhoging algemene uitkering gemeentefonds" welke is geraamd tot een
bedrag van 215,537,-. Dit bedrag heeft dus uitsluitend betrekking op de
eigen personeelskosten in de als niet geldelijk rendabel aan te merken on
derdelen van het gemeentelijk apparaat.
Door de nu bekend geworden nieuwe uitkeringsgrondslagen wordt deze stel
post volledig gerealiseerd. Een bedrag van 214.470,- 430.007,
215.537,-) kam voorlopig nog worden toegevoegd aan de post onvoorziene
uitgaven, met inachtneming van het navolgende.
De toevoeging aan de post onvoorzien kan niet aangemerkt worden als een
overschot aan dekkingsmiddelen. Bij de beoordeling van dit bedrag moet
rekening worden gehouden met een drietal elementen welke nog niet in de
begroting 1964 zijn verwerkt.
1Diverse subsidieramingen welke direct of indirect verband houden met
personeelskosten zullen nog aangepast moeten worden aan de gevolgen van
de algemene salarismaatregelen 1964. Welk bedrag aan dekkingsmiddelen
hiervoor exact nodig is zal eerst blijken nadat de subsidie—afrekeningen
1964 zijn afgewerkt. Wij ramen dit bedrag voorlopig in de orde van groot
te van 100.000,-.
2. Afgewacht moet worden of de aangenomen rentabiliteit van bepaalde onder
delen van het gemeentelijk apparaat inderdaad kan worden gerealiseerd.
Wij denken in dit verband met name aan de geraamde winstuitkeringen van
het energie- en waterbedrijf. De winstuitkeringen worden ongunstig
beïnvloed door de gevolgen van de loonexplosie 1964. Er zullen ook
factoren zijn die een gunstige invloed op de exploitatie hebben. Per
saldo verwachten we een mindere winstuitkering van 50.000,-.