gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr, 495 27 oktober 1965 OSS/19226 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de gemeentelijke exploitatie vergoeding van de bijzondere lagere scholen (artikel 101 der lager onderwijswet 1920) over het jaar 1964. Ingevolge het bepaalde in artikel 105, lid 2, van de lager onderwijs wet 1920 dient de gemeenteraad voor het jaar 1964 vast te stellen het bedrag van de gemeentelijke exploitatievergoeding, waarop de besturen van de bijzondere lagere scholen aanspraak maken. Genoemd bedrag is het bedrag per leerling bedoeld in artikel 55bis juncto artikel 101, lid 3 en 5 van de lager onderwijswet 1920, vermenig vuldigd met het gemiddeld aantal leerlingen over 1964, berekend naar de maatstaf van artikel 28 van eerdergenoemde wet. Sinds de wetswijziging van 16 juli 1964 behoeft niet meer te worden vastgesteld het bedrag van de voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven van de bijzondere scholen. De schoolbesturen dienen de te veel genoten vergoedingen in de ge meentekas terug te storten, terwijl de te weinig genoten vergoedingen alsnog zullen worden uitgekeerd. De hierboven bedoelde bedragen zijn voor elke school nader gespecifi ceerd op de bij het concept-besluit behorende staat.*) Op grond van het bovenstaande doen wij U hierbij een ontwerp-besluit ter vaststelling toekomen. Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor het onderwijs zal U nog nader worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda Geuljans burgemeester van den Dam secretaris ligt ter visie in de raadzaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 1030