Breda Bij bijlage nr. 499 Toelichting behorende bij het voorstel van burgemeester en wethouders inzake medewerking voor de stichting van een r.k.school voor blinde en slechtziende kinderen. 1Doel en wezen van de school voor blinde en slechtziende kinderen De school voor blinde en slechtziende kinderen is een school voor buitengewoon lager onderwijsdit type school is wettelijk geregeld in hoofdstuk IV van het besluit buitengewoon lager onderwijs 1949. Deze school wordt bestemd voor kinderen, die behalve blind of slecht ziend ook nog op andere wijze gehandicapt zijn en met name zwakzinnig zijn. De St.Jozefstichting houdt zich met de verzorging van onder andere dubbel gehandicapte kinderen bezig. Het komt ons voor, dat deze te stichten school in een grote behoefte voorziet, aangezien slechts enkele scholen van dit type in Nederland aanwezig zijn. II. ÏÏetteliike bepalingen Ingevolge het bepaalde in het "besluit stichtingskosten buitengewoon lager onderwijs" tot uitvoering van artikel 127 van de lager onder wijswet 1920 zijn de artikelen 73 t/m 8385 en 86 van deze wet van overeenkomstige toepassing verklaard voor alle bijzondere scholen voor buitengewoon lager onderwijs, die nh 1 januari 1959 worden op gericht. Artikel 2 van het besluit geeft echter twee bepalingen aan, die afwij ken van die, welke gelden voor de stichting van bijzondere scholen voor gewoon voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs. In plaats van de in artikel 73» eerste lid, onder a bedoelde verkla ring, moet door het schoolbestuur een verklaring worden overgelegd, waaruit blijkt, dat de school tenminste zal worden bezocht door een aantal kinderen, waarvan het minimum afhankelijk is van de soort van scholen voor buitengewoon lager onderwijs. Voor een school voor blinde en slechtziende kinderen is dit minimum aantal gesteld op 20. De txireede afwijking van de voor de overige takken van lager onder wijs bestaande regeling bestaat hierin, dat voor de stichting van bijzondere scholen voor buitengewoon lager onderwijs een verklaring moet worden overgelegd, dat de minister van onderwijs en wetenschap pen de rijksbijdrage zal verlenen als bedoeld in art. 3 van het be sluit buitengewoon lager onderwijs 1949.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 1036