gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 502
3 november 1965
Pb/19292
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging van de verordening op de heffing
ener belasting ingevolge artikel 281 der
gemeentewet wegens verharding en riolering
van openbare wegen rik 1 mei 1927.
'degens de baat voortvloeiende uit op kosten van de gemeente nh 1 mei
1927 voor het eerst tot stand gebrachte verharding en riolering van
wegen wordt "aanlegbelasting" geheven van de aan deze wegen gelegen
eigendommen.
Van deze belasting zijn vrijgesteld de eigendommen, gelegen aan wegen
in de landelijke gebieden van deze gemeente, welke gebieden zijn aan
gegeven op een bij de verordening behorende tekening.
Met deze vrijstelling werd bedoeld niet in de aanlegbelasting te be
trekken de percelen vooralsnog voor agrarische doeleinden in gebruik
langs verharde landelijke wegen.
Door de tot stand te brengen verhardings- en rioleringswerken in de
uitbreidingsplannen; Wisselaar, Geeren-Noord, Geeren-Zuid, Biesdonk,
Doornbos-Oost, Moleneindstraat e.o., Heusdenhout, IJpelaar (v.m. ge
bied Nieuw Ginneken) en Princenhage-Noord, welke terreinen in het
landelijk gebied zijn opgenomen, is thans uitneming hiervan uit het
landelijk gebied gewenst. Tevens waren nog enkele percelen langs de
Dreef en Mastbosstraat uit te nemen, aangezien deze ons inziens niet
tot het landelijk gebied zijn te rekenen.
Hierdoor worden de eigendommen, in deze uitbreidingsplannen gelegen
en bedoelde percelen in Dreef en Mastbosstraat, onder de werking van
de aanlegbelasting getrokken en kan een billijke bijdrage in de aan-
legkosten worden geheven voor de werken, xvaardoor de aanliggende
eigendommen zijn gebaat.
Een en ander maakt het noodzakelijk,dat de in aanhef bedoelde ver
ordening wordt aangepast, zoals in bijgevoegde ontwerp-wijzigingsver-
ordening is aangegeven.
Een tekening waarop in rode kleur de uit te nemen gebieden en in
groene kleur de overblijvende landelijke gebieden zijn aangegeven
wordt hierbij overgelegd
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten tot uitneming van
meergenoemde terreinen en percelen uit het landelijk gebied en de bij-