gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. bijlage nr. 513 8 november 1965 V/18324 Voorstel van burgemeester en wethouders tot onbewoonbaarverklaring van de woningen Molen straat 44 en 46, Rozemarijnstraat 48 en Klooster laan 41 Uit een onderzoek is gebleken dat de woningen Molenstraat 44 en 46, Rozemarijnstraat 48 en Kloosterlaan 41 te Breda ongeschikt zijn ter bewoning De gebreken zijn van dien aard, dat de kosten verbonden aan het wederom in bewoonbare staat brengen van de woningen economisch niet verantwoord zijn. De woningen zullen derhalve ingevolge het bepaalde in artikel 33, lid 1van de woningwet onbewoonbaar verklaard moeten worden. Wij mogen Uw raad voor de resultaten van het ingestelde onderzoek verwijzen naar de voor U in de raadzaal ter visie gelegde rapporten. Op de laatste pagina daarvan is vermeld het advies van de inspecteur van de volkshuisvesting, dat wij, overeenkomstig het bepaalde in ge noemd artikel der woningwet, hebben ingewonnen. Wij stellen IJ voor tot onbewoonbaarverklaring van de voormelde woningen te besluiten en de ontruimingstermijn - ook voor de woning en Molenstraat 44 en 46 en Rozemarijnstraat 48, waarvoor de inspecteur een termijn van 3 maanden adviseert - te stellen op 6 maanden. Het ziet er namelijk niet naar uit dat deze panden eerder kunnen worden ontruimd. De ontwerp-besluiten hebben wij voor U in de raadzaal ter visie gelegd. Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal U nog worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, Geuljans burgemeester. van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 1061