gemeente Breda
bij bijlage nr. 523
De raad der gemeente Breda;
overwegende, dat volgens artikel 47, lid 1, van de kleuteronderwijs
wet voorlopig moeten worden vastgesteld, de bedragen, welke de gemeente
in het kalenderjaar ter zake van respectievelijk de in artikel 38
onder h en i en onder j tot en net 1 van die wet bedoelde kosten ten
behoeve van de openbare kleuterscholen werkelijk heeft uitgegeven;
besluit s
I. de bedragen, bedoeld in artikel 47, lid 1 sub a tot en met c,
van de kleuteronderwijswet voor genoemd dienstjaar, met inachtneming
van de bedragen uit de gemeenterekening over dat jaar, voorlopig
vast te stellen als volgt:
a. 1. onderhoud van de schoolgebouwen 203,06
2. verwarming, verlichting, schoonhouden etc.
van de schoolgebouwen 4.145,39
4.348,45
b. aantal voor vergoeding in aanmerking
komende lokalen: 4 x vastgestelde ver
goeding per lokaal ad 1.180,- 4.720,-
c. bedrag van het verschil der onder a en b
genoemde bedragen (niet uitgegeven) 371,55
II. de bedragen, bedoeld in artikel 47, lid 1, sub d tot en met f, van
de kleuteronderwijswet voor genoemd dienstjaar, met inachtneming
van de bedragen uit de gemeenterekening over dat jaar, voorlopig
vast te stellen als volgt:
d. 1onderhoud schoolmeubelen, ontwikkelings
materiaal, hulpmiddelen en schoolbehoeften 367,82
2. aanschaffing ontwikkelingsmateriaalhulp
middelen en schoolbehoeften, voor zover
het betreft kosten voor vervanging wegens
slijtage of aanvulling wegens verbruik 1.197,99
3. andere uitgaven ter verzekering van de
goede gang van het onderwijs, waaronder
125,70 administratiekosten 324,07
1.889,88
e. gemiddeld aantal kleuters:
838 x vastgestelde vergoeding per kleuter
ad 17,35 ƒ1.453,93