Breda bij bijlage nr. 538 De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 5 november 1965F/20050; gelet op artikel 170 van de gemeentewet; besluit: I. aan daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders, gehoord het college voor de verlening van bijstand,in aanmerking komende inwoners der gemeente die: a. een inkomen genieten dat ligt beneden de normen gesteld in de algemene bijstandswet; b. in verband met hun vermogenspositie toch niet in aanmerking komen voor bijstand krachtens deze wet; èn c. aan onroerend goed slechts in eigendom hebben het zelfbexroonde huis, onder verband van hypotheek consumptieve kredieten te verstrekken, met inachtneming van de volgende bepalingen en bedingen: 1burgemeester en wethouders stellen het maximumbedrag van de krediet en de voorwaarden, xjaaronder deze worden verstrekt, vast; 2. de hypothecaire kredieten bedragen ten hoogste 90van de geschatte waarde, eventueel verminderd met het bedrag tot hetwelk het onroe rend goed reeds is bezwaard; 3. over de lening wordt een rente berekend tegen een percentage gelijk aan dat door burgemeester en wethouders is bepaald voor de verstrekking van hypotheken, op grond van de "hypotheekrege ling ambtenaren 1964" (raadsbesluit 17 juni 1964, goedgekeurd door gedeputeerde staten 1 juli 1964, G.no.96.216) 4. de uitbetaling van het krediet zal geschieden naar gelang de redelijk financiële behoeften, in sommen en op tijdstippen door burgemeester en xirethouders te bepalen. De betaling eindigt uiter lijk met ingang van de datum, waarop recht ontstaat op bijstand krachtens de algemene bijstandsxfet of kredietnemer een inkomen gaat genieten, dat gelijk aan of hoger dan de bijstandsnormen krachtens deze wet is; 5. het door de kredietnemer verschuldigde kan te allen tijde door hem worden terugbetaald; 6. van het door kredietnemer verschuldigde zal de gemeente een rekening aanleggen, xjelke elk jaar op 3"! december zal x^orden afgesloten, x\raarna de over het afgelopen jaar verschuldigde rente op die rekening wordt bijgeboekt. Na afloop van elk jaar doet de gemeente opgaaf aan de hypotheeknemer van het bedrag van zijn saldo schuld, welke opgaaf hem voor akkoordbevestiging wordt voorgelegd; 7. de overeenkomst kan door de gemeente en door de kredietnemer te allen tijde worden opgezegd, door de gemeente met inacht neming van een opzegtermijn van drie maanden en door de krediet nemer zonder enige voorafgaande waarschuwing, doch slechts onder gelijktijdige voldoening van al het krachtens die over eenkomst verschuldigde;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 1143