gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
"bijlage nr. 551
8 november 1 965
V/1 9445
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot herziening van het krediet voor de
voltooiing van de restauratiexjerken aan
de toren der Grote of 0.L.Vrouwekerk,
In Uw vergadering van 11 november 1964 is overeenkomstig ons voorstel
bijlage no. 587, besloten voor de voltooiing der restauratiewerken
aan de toren der Grote of 0.L.Vrouwekerk in de jaren 1 965-1 S'66—1 967»
een aanvullend krediet toe te staan van 1.003.815»en onder ande
re aan het rijk te verzoeken in dit bedrag het gebruikelijke subsidie
te willen verlenen.
Genoemd bedrag xfas gebaseerd op de begroting van de per 1 januari 1964
resterende restauratiekosten, met inachtneming van het per die datum
voor 1964 nog beschikbare bedrag als restant van vroegere kredieten.
In de begroting was opgenomen een post van 70.000,voor de houten
torenportalen, waarmede is bedoeld de bekleding met eikenhout van de
destijds ter versteviging van de torenvoet aangebrachte betonconstruc
tie.
De architect, Ir. J.de Wilde b.i., had hierover destijds vooraf over
leg gepleegd met de rijksdienst voor de Monumentenzorg, waarbij de
hoofdarchitect van deze dienst deze afxverking de meest gerede oplos
sing achtte.
llaar aanleiding van het ingediende subsidieverzoek heeft de minister
van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk ons onlangs bericht,
dat hij zich met de houten omtimmering van de torenportalen niet kan
verenigen.
Waar de mening van deze bewindsman mag de betonconstructie nu zij
eenmaal is aanvaard, ook gezien xrorden, terwijl beschildering in neu
trale kleur en het daarop aanbrengen van een kleurige decoratie, be
ter zal passen.
Bereids zijn enige schildorproeven opgezet en aan de districtsarchitect
van Monumentenzorg getoond; deze konden zijn goedkeuring wegdragen.
In verband met bovenstaande is de begroting goedgekeurd tot een rond
bedrag van 950.000,waarin dus ook nog wel een bedrag voor het
beschilderen is begrepen. Deze goedkeuring gaat gepaard met bereidver
klaring van de voornoemde minister tot het verlenen van subsidie ad
50fo tot een maximum van 475.000,