gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Iz/19585 Bijlage no. 560 50 november 1965 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. VRAAG De heer van Gisbergen heeft als antwoord op zijn vraag inzake de afslui ting van de Brugstraten op zaterdagmiddag de mededeling gekregen, dat de mogelijkheid open staat tot ontheffing van de betrokken verbodsbepa ling ten einde na half zes goederen af te kunnen leveren. Spreker vraagt of het mogelijk is dit tijdstip tot vijf uur te vervroegen? het tijdstip half zes brengt voor vele zaken nog al wat bezwaren mede, vooral als het gaat om artikelen van enige omvang. ANTI/OORD Ten vervolge op ons antwoord in de raadsvergadering van 17 november j.l. delen wij IJ mede, dat de contactcommissie voor de middenstand zich er mede kan verenigen, dat het ontheffingstijdstip niet wordt vervroegd tot 17.00 uur, omdat het op zaterdagmiddag tot 17.30 uur zeer druk is in de binnenstad met winkelend publiek en het daarom onverantwoord is vóór dat tijdstip rijdend verkeer toe te laten. VRAAG De heer Frumeau zegt dat er in de nauwe binnenstad regelmatig een wantoe stand heerst als het vervoerbedrijf 1s morgens of 's middags een beerput gaat legen, Hij is van mening dat de gemeente de kosten van het aansluiten van de particuliere riolen op het gemeentelijk riool formi dabel hoog houdt en dat daarom de bewoners van de binnenstad met die ake lige spaarpotten blijven zitten. Spreker vraagt aan b. en w. of het mogelijk is om een dusidanig tarief voor aansluiting op het gemeenteriool vast te stellen dat opruiming van deze beerputten wordt geanimeerd. ANTWOORD De kosten voor het aansluiten van de particuliere riolen op het gemeente riool worden op basis van de werkelijke kosten in rekening gebracht. Een tarief hiervoor is niet vast te stellen, omdat alle gevallen verschil lend zijn door de aard en de ligging der percelen. Ook in de nieuwe wijken worden de kosten van de rioolaansluiting door de eigenaar van het pand gedragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 1182