gemeente Breda bij bijlage nr. 567 De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 1965, bijlage nr. 567 overwegende, dat de uitsluitend in het belang van de verbetering der volkshuisvesting werkzame en als zodanig toegelaten Algemene Woningbouw vereniging voor Breda e.o., alhier, in eigendom van de N.V. Volkshuis vesting te Breda in liquidatie zal overnemen het complex van 60 eengezins- en 27 etagewoningen met 2 dagwinkels en 2 garages, gelegen in het Linie kwartier dat op de bouw van dit complex en de op 30 april 1955 aangevangen exploi tatie der woningen van toepassing zijn de financiële bepalingen van de woningwet en haar uitvoeringsvoorschriften met dien verstande, dat ter financiering van de gemeentelijke voorschotten krachtens genoemde wet, geen grond- en bouwvoorschotten door het rijk zijn verleend.; dat de eigendomsoverdracht als bovenomschreven geschiedt met verrekening naar de boekwaarden van grond en opstallen der onderscheiden objecten, volgens de per 11 februari 1964 opgemaakte liquidatiebalanswaarvan een uittreksel bij dit besluit is gevoegd; gelet op de bepalingen van de woningwet, het woningbesluit en de beschik king bijdragen woningwetbouw 1950"; besluit: I. aan de Algemene Woningbouwvereniging voor Breda e.o., alhier, per 11 februari 1964 te verlenen: a. een grondvoorschot ten bedrage van 197-592,83 en een bouwvoorschot ten bedrage van 893-152,91 ter financiering van het van de K.V.Volkshuis vesting te Breda in liquidatie met verrekening per 11 februari 1964 over te nemen complex van 60 eengezins- en 27 etagewoningen met 2 dagwinkels en 2 garages, gelegen in het Liniekwartier -en zulks onder de navolgende voorwaarden: 1de betaling van rente en aflossing der voorschotten behoort te ge schieden in respectievelijk 67 en 42 annuïteiten, waarvan bij beide de laatste betrekking heeft op het tijdvak 11 februari - 30 april, en berekend naar hetzelfde rentepercentage als de gemeente verschuldigd is of zal zijn voor het door haar nu of later ter financiering van deze voorschotten aangewende kapitaal, met inbegrip van de kosten op het sluiten, opnieuw sluiten of converteren van geldlening(en) vallende; 2. bij faillissement of bij ontbinding of opheffing der vereniging, alsmede indien de voorwaardenwaaronder de voorschotten zijn verleend, niet worden nagekomen, worden de voorschotten of de onafgeloste gedeelten daarvan terstond opvorderbaar; 3. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der vereniging, zonder goedkeuring van burgemeester en wethouders, of anders van gedeputeerde staten, zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een som van tweemaal de bij dit besluit verleende voorschotten, waarvoor de leden van het bestuur, die aan het besluit tot vervreemding of verzwaring hebben medegewerkt of zich daartegen niet hebben verzet ook na hun af-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 1198