bij bijlage nr. 567 -2- treden als bestuurslid, hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn; onverminderd het recht der gemeente om, zo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete schadevergoeding te eisen en om de vervreemding of be— zwaring niet als geldig te erkennen; 4. de gemeente zal, zolang de voorschotten niet geheel zijn afgelost, met goedkeuring van gedeputeerde staten, of, bij weigering, met koninklijke goedkeuring, het recht hebben alle bezittingen, met de voorschotten ver kregen, met de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der vereniging, voorzover die ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen betaling van een bedrag, door gedeputeerde staten goedgekeurd of bij weigering, door de Kroon vast te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de verwerving of instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen van de vereniging slechts een billijke vergoeding voor noodzakelijke met de eigendomsovergang ver band houdende kosten wordt uitgekeerd; 5. de vereniging zal de woningen behoorlijk onderhouden en deze voor de door des kundigen te schatten reproductiewaarde tegen brandschade verzekeren,een en ander ten genoegen van burgemeester en xrethouders en met inachtneming van de eventueel van rijkswege te geven nadere voorschriften; 6. de vereniging zal moeten naleven al die voorwaarden, welke de minister met de uitvoering der woningwet belast aan de steun van het rijk mocht verbin den en welker naleving afhankelijk is van medewerking der vereniging; be doelde voorwaarden worden geacht bij voorbaat in dit besluit te zijn op genomen; 7. indien overeenkomstig artikel 24b, 2e lid, van het woningbesluit de rijks bijdragen in het exploitatietekort worden vervangen door een uitkering in eens ten bedrage van de gekapitaliseerde waarde der bijdragen, dan zal het daardoor beschikbaar komende bedrag strekken tot buitengewone aflossing op de voorschotten; een afzonderlijk voorschot ten bedrage van 1.739,20 ter financiering van de overneming van doorstroomapparaten met daarbij behorende installatie in de 87 woningen, zulks onder dezelfde voorwaarden als hierboven onder a, sub 1 tot en met 7 vermeld, echter met dien verstande, dat de betaling van rente en aflossing van dit voorschot behoort te geschieden met een annuïteit ad 1.488,33 per 11 februari 1965 en een gebroken annuïteit ad 322,53 over de periode 11 fe bruari - 30 april 1965; een jaarlijkse bijdrage in het tekort op de exploitatie van de onder a ge noemde woningen, tot een gelijk bedrag als de onder II bedoelde rijksbij drage lopende over de periode 11 februari 1964 - 30 april 2005 en zulks onder de voorwaarden waaronder de rijksbijdrage wordt toegekend, alsmede de na volgende 1de bijdragen worden terugbetaald overeenkomstig hetgeen te dien aanzien is bepaald in artikel 25, 7e en 8e lid, van het woningbesluit, behoudens het bepaalde in artikel 24c, derde lid, van dat besluit; 2. indien het voorschot, of het onafgeloste gedeelte daarvan wordt opgevor derd krachtens artikel 19, letter b, van het woningbesluit, zullen de bij dragen, tot welker betaling de gemeente zich nog in de toekomst verbonden had, niet meer zijn verschuldigd; 3. de door de gemeente verleende bijdrage zal in mindering strekken van de annuïteiten, welke de vereniging aan de gemeente heeft te betalen; 4. er wordt krachtens artikel 24c van het woningbesluit een reserve gevormd tot dekking van het aan de exploitatie der woningen verbonden risico, ten aanzien van welke reserve de vereniging tot een nader te bepalen percentage zal deelnemen in de gemeentelijke stortingen, terwijl zij zich overigens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 1199