.ajXage nr. 572 -2- zwakzinnigen te subsidiëren overeenkomstig de rijksregeling, doen wij dit mede vanwege het feit dat ook reeds de provincie daartoe is overgegaan. Zij heeft op basis van de rijksregeling het subsidie bepaalt op 50^ van het rijkssubsidie. Tenslotte stelt zich nog de vraag hoe hoog het gemeentelijk subsidie percentage dient te zijn. Wij menen dat het reëel is in deze het rijk volledig te volgen zodat dit percentage op 40 ware te stellen. Met inbegrip van het provinciaal subsidie, is dit voor de instel lingen een vrij gunstige subsidieregeling. Wij hebben daarbij echter overwogen dat de financiering van de niet volledig door subsidie gedekte uitgaven voor de maatschappelijk-werk-instellingen een steeds zwaardere opgave wordt en dat voorkomen moet worden dat het eigenlijke maatschappelijk werk daardoor wordt belemmerd. In versterkte mate geldt dit voor het gespecialiseerde maatschappelijk werk. Het komt ons redelijk voor de voorgestelde regeling te doen ingaan per 1 januari 1965. Voor dit jaar kan dan het subsidiebedrag, benodigd voor de beide eerder genoemde stichtingen, geschat worden op 14.600,- gebaseerd op het aantal Bredase pupillen. Dat thans nog met een schat ting moet worden volstaan vindt zijn oorzaak in het feit, dat nog onzekerheid bestaat omtrent het standpunt van het rijk inzake de subsidiëring van de activiteiten van de Dr.Johannes Kardinaal de Jong- stichting. Deze stichting exploiteert nl. ook een dagverblijf, sedert 1 maart 1965 officieel door het rijk erkend.Wij merken hierbij op, dat 1-n.j U binnenkort een voorstel hopen te doen over de gemeentelijke subsidiëring van dit dagverblijf. Genoemde onzekerheid betreft nu de vraag of en zo ja in welke verhouding de subsidiabele kosten van de directeur over de beide activiteiten van de stichting worden verdeeld. Een soortgelijke vraag stelt zich ten aanzien van de maatschappelijk werker die belast is met de leiding van het dagverblijf, maar door het rijk nog steeds wordt gesubsidieerd als functionaris van het maat schappelijk werk voor zwakzinnigen. De financiële consequenties voor volgende jaren zullen voor een belang rijk deel bepaald worden door het salarisniveau. Van de 3 subsidie normen vinden er nl. 2 hun grondslag in het bruto-salaris. Samenvattend stellen wij U nu voor - uiteraard onder intrekking van de thans geldende regeling - om ingaande 1965 aan de instellingen van maatschappelijk werk voor zwakzinnigen een subsidie te verlenen overeenkomstig de bepalingen van de rijkssubsidieregeling maatschap pelijk werk voor zwakzinnigen, zoals die thans luidt of nadien wordt gewijzigd, een en ander naar rato van het aantal Bredase pupillen, waarover zich hun zorg uitstrekt. De met dit voorstel verband houdende begrotingswijziging is ter visie gelegd. Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor maatschappelijk werk, sociale zaken en volksgezondheid zal U tijdens Uw vergadering worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, Geuljans burgemeester. van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 1207