gemeente Dreda
Bijlage nr. 578
aan de raad der gemeente Breda.
29 november 1965
OSS/21215
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van het getal wekelijkse les
uren als bedoeld in artikel 101 bis, lid 1,
der lager-onderwijswet 1920, gedurende het
welk in 1966 aan de openbare scholen voor
gewoon lager onderwijs in deze gemeente
vakonderwijs zal worden gegeven.
Ingevolge artikel 101bis, lid 1,van de lager-onderwijswet 1920 behoort
Uw college, indien de gemeente ten behoeve van een of meer openbare
lagere scholen vakonderwijzers heeft aangesteld, v<5<5r 1 maart van elk
jaar het getal wekelijkse lesuren te bepalen, gedurende hetwelk aan elk
daarvoor in aanmerking komende soort van scholen in dat jaar vakonder
wijs zal worden gegeven. Dit aantal wekelijkse lesuren wordt voor
elke soort openbare lagere scholen berekend door het getal per week
te geven uren vakonderwijs te delen door het getal verplichte onder
wijzers, dat krachtens de maatstaf van artikel 28 van genoemde wet
in hetzelfde jaar aan die scholen moet zijn verbonden.
De besturen van de in deze gemeente gevestigde gelijksoortige bijzon
dere scholen kunnen voor het desbetreffende jaar aanspraak maken op
een vergoeding, welke wordt bepaald met inachtneming van het bovenbe
doelde getal wekelijkse lesuren, vermenigvuldigd met het aantal ver
plichte onderwijzers aan de bijzondere school en een bedrag aan beloning,
waarop de vakonderwijzers aanspraéc zouden hebben gemaakt, indien zij
in dienst van de gemeente waren geweest.
In de vergadering van 11 mei 1960 heeft Uw raad besloten, per 1 sep
tember 1960 vakonderwijs "nuttige handwerken voor meisjes" aan de
openbare g.l.o.-scholen in te voeren, welk vakonderwijs per 1 augustus
1965 bij raadsbesluit van 25 juni 1965 werd uitgebreid met lichamelijke
oefening.
Bij laatstgenoemd besluit van Uw raad werd het getal wekelijkse les
uren, gedurende hetwelk vanaf 1 augustus 1965 aan de vier openbare
scholen voor gewoon lager onderwijs in deze gemeente vakonderwijs
zou worden gegeven,bepaald op 24/16 1-^.
Het komt ons gewenst voor, dat in 1966 de situatie met betrekking
tot het vakonderwijs op de openbare g.l.o.-scholen - zoals deze
sinds 1 augustus 1965 bestaat - wordt gecontinueerd.
Met inachtneming van het verplicht aantal leerkrachten aan de vier
openbare g.l.o.-scholen voor 1966 menen wij - na overleg met de
hoofden van deze scholen - dat door onderstaande verdeling van het