Breda bij bijlage nr. 579 De raad der gemeente Breda? gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 1 965 gelet op de artikelen 170 en 223 van de gemeentewet; besluit aan de vereniging r.k. Openbare Leeszaal en Bibliotheek te Breda een geldlening te verstrekken van 52.000,- (tweeëndertigduizend gulden) onder de navolgende voorwaarden: 1 het bedrag van de geldlening moet worden bestemd voor de financie ring van de tekorten van de vereniging; 2. de geldlening wordt verstrekt voor een termijn van vijf jaar, welke periode ingaat op de dag waarop het bedrag van de geldlening wordt uitbetaald; 3. de geldlening moet worden afgelost in 5 gelijke jaarlijkse termijnen Als vervaldag van de aflossingen wordt aangenomen de datum waarop de geldlening wordt uitbetaald; 4. over de hoofdsom of het niet afgeloste gedeelte daarvan is een rente verschuldigd van 6per jaar. De verschuldigde rente moet worden voldaan tegelijk met de jaarlijkse aflossing; 5. verstrekte of algehele aflossing der geldlening binnen de looptijd kan steeds plaatsvinden; 6. alle rente en aflossingsbedragen en al hetgeen verder ter zake van deze geldlening verschuldigd is, zal zonder enige aftrek of compensatie, op de vervaldagen worden voldaan in een op de dag- van betaling wettig algemeen gangbaar Nederlands betaalmiddel ten kantore van de gemeente-ontvanger. Bij niet betaling van rente en aflossingen stipt op de vervaldagen moet over het niet betaalde rentebedrag en de niet betaalde aflossingen een boete worden ver goed van 58/i (vijfachtste procent) per maand over de niet tijdig betaalde bedragen, onverminderd de verdere rechten van de gemeente; 7. bij niet stipte voldoening van het verschuldigde of niet nakoming of overtreding van een of meer andere verplichtingen is de ver eniging in gebreke door het enkel verloop van de bepaalde termijn of door het enkel feit van een met haar verplichtingen jegens de gemeente strijdige handeling of van enige nalatigheid, zonder dat daartoe enige ingebrekestelling door bevel of soortgelijke akte nodig zal zijn; 8. de hoofdsom van de lening of het restant daarvan zal met de intrest, boeten en kosten onmiddellijk opeisbaar zijn zonder dat enige ingebrekestelling nodig is in geval van niet tijdige of niet behoorlijke voldoening van de hoofdsom of het restant daarvan, van de aflossingen, interesten, boeten en kosten en in het algemeen in geval van niet nakoming van de voorwaarden tegen over de gemeente, alles onverminderd de bevoegdheid van de gemeente om te allen tijde alle zodanige maatregelen te nemen tot behoud van haar rechten of tot verhaal van haar vorderingen als de wet te harer beschikking stelt en haar nuttig of nodig voorkomen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 1220