bij bijlage nr. 580
-2-
Artikel 5
1Volgens schaal L I wordt gesalarieerd de leraar, die individueel
en eenvoudig groepsonderwijs geeft en de leraar, die de balletklas
begeleidt.
2. Volgens schaal L II wordt gesalarieerd de leraar, die onderwijs
geeft in klasseverband en in ander dan in het eerste lid bedoeld
groepsverband
3. Burgemeester en wethouders bepalen in welke gevallen van groeps
onderwi js de salariëring geschiedt volgens schaal L II.
Artikel 6
1Bij indiensttreding bepalen burgemeester en wethouders het salaris,
waarop de ambtenaar in de voor hem geldende schaal wordt ingepast.
2. Het salaris van de ambtenaar wordt bij voldoende bekwaamheid, ge
schiktheid en ijver en ook tijdens het verlof hetwelk hij geniet ter
vervulling van militaire of daarvoor in de plaats tredende dienst,
op de in de schalen aangegeven wijze verhoogd, totdat het maximum
is bereikt.
3. De verhogingen gaan in op de eerste januari.
4. Voor de toekenning van een verhoging aan de ambtenaar, die in de
loop van een kalenderjaar in dienst treedt, wordt de tijd, die
verlopen is vanaf zijn indiensttreding tot de eerste januari daaraan
volgende voor een dienstjaar gerekend ofwel buiten rekening gelaten,
naar gelang de indiensttreding voor of op 1 juli danwel daarna
plaats vindt.
5. Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar een of meer ver
hogingen toekennen met ingang van een vroegere datum, dan waarop hij
deze volgens het bepaalde in de vorige leden van dit artikel zou
verkrijgen.
In dit geval geldt de vervroeging eveneens voor de volgende verho
gingen, tenzij bij de toekenning anders is bepaald.
6. Een wijziging van het salaris uit hoofde van het behalen van een
bevoegdheid, waaraan een hoger salaris is verbonden danwel uit hoofde
van de verklaring van burgemeester en wethouders, bedoeld in artikel
4, 3e lid, gaat in op de eerste dag van de maand, waarin de bevoegdheid
of de verklaring is verkregen.
Artikel 7
1De leraar is verplicht tot het geven van zoveel lessen als in het
belang van de school redelijkerwijze van hem is te verlangen tot
een maximum van 32 lesuren.
2. Voor de berekening van het salaris komen als regel ten hoogste 32
lesuren in aanmerking.
Hierbij blijven de extra lesuren, als bedoeld in de artikelen 10
en 11buiten beschouwing.
Artikel 8
De directeur bepaalt bij de aanvang van elk schoolkwartaal aan de
hand van het aantal ingeschreven leerlingen, danwel bij indienst
treding gedurende een schoolkwartaal voor het overblijvende gedeelte
daarvan, het aantal lesuren voor de leraar, waarnaar het salaris ten
minste zal worden berekend.