bij bijlage nr. 100 -3- De situering van de nieuwe school in Hoge Vucht is gunstig te achten, daar de uitbreiding van de gemeente in de toekomst voornamelijk in noordelijke richting wordt gedacht, zodat uit dat gedeelte van de stad een niet onaanzienlijk deel van het totale aantal te verwachten leer lingen de school zal gaan bezoeken. Op grond van het vorenstaande zijn wij de mening toegedaan dat het voornemen van het betrokken schoolbestuur tot nieuwbouw van de huidige u.l.o.-school Bastionstraat 1 in Hoge Vucht alleszins acceptabel is te achten. ad a Het schoolbestuur volstaat met de verklaring dat de huidige school wordt bezocht door 300 leerlingen. In voorliggend geval is er echter sprake van het stichten van een nieuw gebouw voor een reeds bestaande school. Omdat de onderwerpelijke school in de praktijk heeft bewezen in een behoefte te voorzien, mag - naast hetgeen hierboven onder algemeen werd opgemerkt - in gerede worden aangenomen, dat voor de nieuw te stichten school eveneens voldoende belangstelling zal bestaan. Bij het Koninklijk Besluit van 11 juli 1953» nr. 6, werd voor een over eenkomstig geval ten aanzien van de over te leggen verklaring omtrent het schoolbezoek het navolgende overwogen: "dat artikel 73» lid 1, onder a, der wet voorschrijft, dat bij een aan vrage om medewerking tot stichting van een schoolgebouw moet worden "overgelegd een verklaring, waaruit blijkt, dat de school zal worden "bezocht door een in de wet aangegeven aantal kinderen; "dat, in bijzondere gevallen daargelaten, als normale vorm van een zo- "danige verklaring moet worden aangemerkt een van de handtekeningen "der ouders voorzien stuk; "dat in bepaalde gevallen van scholenbouw voor reeds bestaande scholen "termen aanwezig kunnen zijn van de genoemde vorm af te wijken". Met een beroep op hetgeen bij het bovenaangehaald Koninklijk Besluit werd overwogen, kan in voorliggende kwestie genoegen worden genomen met de door het bestuur ingezonden verklaring omtrent het schoolbezoek, zonder dat die verklaring is gestaafd aan de hand van individuele ver klaringen van de betrokken ouders. ad b Het bestuur verklaart voordat met de bouw van de school wordt aange vangen, een bedrag, gelijkstaande der stichtingslcosten, in de gemeente kas te zullen storten. Wij mogen er op wijzen, dat door de wijziging van de lager-onderwijswet 1920 bij wet van 14 juli 1964, het percentage van de door de bijzondere schoolbesturen te betalen waarborgsommen werd teruggebracht van 15 tot 10^ van de totale stichtingskosten. ad c Het bestuur verklaart dat: a. de school ruimte moet bieden aan 300 leerlingen; b. maximaal 32 leerlingen per lokaal zullen worden toegelaten; c. de school 12 leslokalen en 2 vaklokalen zal omvatten; d. de school bestemd zal zijn voor het geven van uitgebreid lager onderwijs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 168