bij bijlage nr. 105 -2- 6. De kredietgever zal, tenzij de schuldenaar door het verrichten van extra aflossingen reeds zover op zijn aflossingsplan is voor uitgelopen, dat door uitstel geen achterstand op het aflossings plan ontstaat, geen uitstel van betaling van het aan hem verschul digde verlenen, dan na hieromtrent met de gemeente verkregen over eenstemming. 7. De kredietgever zal de gemeente er van in kennis stellen, wanneer de schuldenaar met de betaling van het aan hem verschuldigde niet tegenstaande aanmaning in gebreke is gebleven. 8. Indien de schuldenaar in de tijdige betaling van rente en aflossing in gebreke blijft, zal de kredietgever niet tot executie van het onderpand overgaan, dan na verkregen toestemming van de gemeente, met dien verstande, dat deze toestemming niet of niet meer is ver eist, indien de schuldenaar in gebreke is gebleven in de tijdige betaling van rente en aflossing gedurende of over een tijdvak van tenminste negen maanden. Mocht executie nodig zijn om andere redenen dan niet tijdige betaling van het verschuldigde, dan zal de krediet gever de gemeente hiervan onverwijld in kennis stellen. 9. De zekerheid heeft gedurende de gehele looptijd van de lening betrek king op de vordering ten tijde van de executie. 10. De kredietgever zal jaarlijks vóór 1 maart aan de gemeente opgave doen van het schuldrestant van de door de gemeente gegarandeerde geldlening. Behoort bij besluit van de raad der gemeente Breda van 17 februari 1965 inzake zekerheidsstelling t.b.v. de verwerving van in de vrije sector gebouwde woningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 179