gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda,
Rubriek: personeel
Bijlage nr. 111
8 februari 1965
P/ 2431
Voorstel van burgemeester en wethouders tot be
noeming van A.J.van Haperen als leraar in tijde
lijke dienst aan de gemeentelijke technische
school.
Ter vervanging van de heer A.M.J.Claerhoudt, die om ontslag heeft ver
zocht, stellen wij U voor tot godsdienst-leraar in tijdelijke dienst te
benoemen de heer A.J.van Haperen.
De benoeming ware te doen geschieden voor de periode van 28 februari tot
en met 31 juli 1965.
Spoedshalve werd hij reeds door ons in tijdelijke dienst benoemd voor de
duur van één maand met ingang van 28 januari 1965.
Aan de benoeming waren de voorwaarden te verbinden dat:
a. aan benoemde een aantal lessen kan worden opgedragen als in het belang
van het onderwijs zal blijken nodig te zijn;
b. de voordracht door de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen
wordt goedgekeurd.
Het advies van de directeur, waarin dat van de commissie van het nijver
heidsonderwijs is vervat en de voordracht liggen ter visie in de raadzaal.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Geuljans burgemeester
van den Dam secretaris
Noot:
Krachtens artikel 23, leden 1 en 2 van de nijverheidsonderwijswet worden de
leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeenteraad
uit een voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door burgemeester
en iirethouders, nadat de directeur, wiens advies wordt overgelegd, is ge
hoord.
De voordrachten behoeven de goedkeuring van de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen.
In gevallen van spoedeisende aard kan, met afwijking van het bepaalde in
vorige zinsnede, een leraar door burgemeester en wethouders worden be-