gemeenfe Breda
aan de raad der gemeenfe Breda.
Rubriek; personeel
Bijlage nr. 112
8 februari 1965
P/ 2433
Voorstel van burgemeester en wethouders tot be
noeming van H.P.M.A.van Hoof als leraar in tij
delijke dienst aan de gemeentelijke technische
school en de gemeentelijke technische avondschool.
Ter vervanging van de heer V.van Schoonhoven van Beurden, aan wie met in
gang van 1 februari 1965 ontslag verleende, stellen wij U voor tot leraar
in tijdelijke dienst aan bovengenoemde scholen te benoemen de heer
H.P.M.A.van Hoof.
Hij is voor de hem op te dragen lessen niet bevoegd.
De benoeming ware te doen geschieden met ingang van 1 maart 1965 voor de
duur van het lopende schooljaar.
Spoedshalve werd hij reeds door ons in tijdelijke dienst benoemd voor de
duur van één maand met ingang van 1 februari 1965.
Aan de benoeming ware de voorwaarde te verbinden dat de voordracht door de
minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen wordt goedgekeurd.
Het advies van de directeur, waarin dat van de commissie van het nijver
heidsonderwijs is vervat en de voordracht liggen ter visie in de raadzaal.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Geuljans burgemeester
van den Dam secretaris
Hoot:
Krachtens artikel 25, leden 1 en 2 van de nijverheidsonderwijswet worden
de leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeente
raad uit een voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door burge
meester en wethouders, nadat de directeur, wiens advies wordt overgelegd,
is gehoord.
De voordrachten behoeven de goedkeuring van de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen.
In gevallen van spoedeisende aard kan, met afwijking van het bepaalde in
de vorige zinsnede, een leraar door burgemeester en wethouders worden be-