gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek nagekomen stukken
bijlage no. 115
10 februari 1965
V/2343
Voorstel van burgemeester en wethouders tot toe
kenning van een aanvullend bouwvoorschot aan de
algemene woningbouwvereniging voor Breda e.o.
ten behoeve van de aanleg van een centraal an
tennesysteem bij het complex 30 woningen van
Vlietstraat.
De algemene woningbouwvereniging voor Breda e.o. alhier heeft een tweetal
vooroorlogse woningcomplexen, t.w. 30 woningen aan de van Vlietstraat, ge
sticht met gemeentelijke- en rijkssteun krachtens de woningwet, en 28 wo
ningen aan de Nuijtsstraat.
Ten aanzien van het laatste complex bestaat geen financiële band met het
rijk, doch het is belast met een tweetal hypothecaire geldleningen res
pectievelijk van de N.V.Bank voor Nederlandsche Gemeenten en de gemeente
Breda.
De bouwvereniging heeft de wens te kennen gegeven om bij deze woningen, 58
in totaal, een voor beide complexen gecombineerd centraal antennesysteem
voor radio- en televisie-ontvangst te doen aanbrengen, en ons om de daar
toe «nodige financiële medewerking van de gemeente verzocht.
Wij zijn van mening dat hieraan dient te worden tegemoetgekomen, omdat de
betrokken bewoners op deze wijze een meer geperfectioneerde ontvangst,
vooral van de televisie, wordt geboden en niet minder omdat dit weer een
stap betekent naar het in de toekomst zoveel mogelijk verwijderen of be
perken van het onesthetische woud van t.v.masten.
Volgens de offerte van de gekozen installateur belopen de aanlegkosten
der installatie voor 58 woningen totaal 5«475,-, een naar deskundig oor
deel zeer redelijke prijs.
Verhoudingsgewijs toegerekend betekent dit dus voor de 30 woningen
2.832,- en voor de 28 woningen 2.643,--
Ter financiering van de kosten bij de 30 woningen kan een aanvullend
bouwVporschot van de gemeente worden verleend, omdat ter dekking hiervan
vrijwel zeker een aanvullend rijksvoorschot zal worden verleend.
Dit laatste is bij het complex 28 woningen Nuijtsstraat uitgesloten van
wege het ontbreken van een financiële band met het rijk, terwijl de
huidige rentevoet van een eventueel gemeentelijk voorschot de huurver-
goeding voor de bewoners ongunstig zou beïnvloeden.
De bouwvereniging heeft dus te kennen gegeven, dat men de uitgaaf bij
dit complex ad 2.643,- wil financieren met een gedeelte der middelen
van de ingevolge artikel 34c van het woningbesluit gevormde en bij de
gemeente belegde reserves voor de na-oorlogse complexen, en zulks ook
tegen een rente van Qfo.
Aan deze gewijzigde belegging kunnen wij, daartoe competent op grond van
artikel 7 van de "beschikking bijdragen woningwetbouw 1950" onze goed-