gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek! maatschappelijke zorg
Bijlage nr, 1 21
4 maart 1965
OSS/ 3842
Voorstel van burgemeester en wethouders inzake
de subsidieverlening over 1964 ten behoeve van
het werk voor de huishoudelijke- en gezins
voorlichting.
Bij besluit van 12 februari 1964 (bijlagen 1964, no. 71heeft Uw raad de
begrotingen 1964 van de nationale federatie en de plaatselijke stichting-
voor huishoudelijke- en gezinsvoorlichting goedgekeurd. Deze begrotingen
zijn medio 1963 samengesteld, een tijdstip waarop de besturen, na de hervor
ming van dit werk per 1 januari 1963 niet beschikten over ervaringscijfers
en geen duidelijk beeld konden hebben van de groei der werkzaamheden. Dit
heeft dan ook tot gevolg gehad, dat thans herziene begrotingen over dat
jaar worden overgelegd.
De herziening van de begroting van de plaatselijke stichting houdt verband
met wijziging van het cursusprogramma en de trend-uitkering 1964.
Om te kunnen voldoen aan de behoefte aan naaicursussen was vermeerdering van
het aantal noodzakelijk. Dit is gerealiseerd kunnen worden door enerzijds
het benoemde personeel uit te breiden en het reeds aanwezige benoemde perso
neel een uitgebreider lesrooster te geven, hetgeen zijn financiële weerslag
vindt in de begroting van de nationale federatie, en anderzijds het overige
personeel bij de plaatselijke stichting uit te breiden en méér lesuren te
geven. Deze laatste voorziening vraagt in de begroting van de plaatselijke
stichting een bedrag van 8.205,-. Voor de trend-uitkering over 1964 zal
voorts 700,- nodig zijn.
Na overleg met de stichting hebben wij in de onderhavige begroting 2 correc
ties aangebracht. De post: personeelskosten is met 2.100,31 verlaagd om
dat het salaris van mevrouw Arends-Brouwers onjuist berekend was hetgeen
doorwerkt in de sociale lasten en een foutje was geslopen in de post hono
raria. Voorts hebben xvij van de post: administratiekosten, een bedrag van
825,- niet-subsidiabel verklaard omdat dit betreft de kosten van een
part-time administratieve hulpkracht welke wij voorshands niet nodig oor
delen.
Met inachtneming van het bovenstaande bedraagt het eindcijfer van de herziene
begroting van de plaatselijks stichting 40.024,36 in welk bedrag de ge
meente op basis van de regeling en met inbegrip van het pensioen voor de
vroegere leidster een subsidie verleent van 26.738,-.
De herziene begroting van de nationale federatie is met 14.350,- gestegen
tengevolge van de hierboven reeds genoemde personeelsmutaties, de trend
uitkering 1964 en de xriljziging op het stuk van de sociale lasten nl. het