gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek: ruimtebiedende gelegenheden
Bijlage nr. 141
12 maart 1965
OSS/4811
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging van de richtlijnen in verband met
subsidiëring van ruimtebiedende gelegenheden.
Uw raad heeft in zijn vergadering van 15 raei 1957 (bijlagen no. 137 A)
besloten richtlijnen vast te stellen in verband met de subsidiëring van
ruimtebiedende gelegenheden.
Subsidieverzoeken ten behoeve van dergelijke accommodaties zijn dan
ook steeds door ons college getoetst aan de criteria, zoals deze vermeld
staan in bedoelde, algemene richtlijnen.
De afgelopen jaren is ons gebleken, dat deze algemene richtlijnen enige
aanvulling behoeven. Ook in Uw raad is herhaaldelijk erop gewezen, dat
de plaatselijke parochie- en gemeenschapshuizen nogal eens gebruikt wor
den voor doeleinden, die meer in de horeca-sector liggen.
Door ons college is, mede naar aanleiding van een desbetreffende vraag
Uwerzijds bij de begrotingsbehandeling dienstjaar~1965» toegezegd aan
dit aspect aandacht te zullen besteden.
De gedachten, welke bij ons leven met betrekking tot financiële mede
werking aan ruimtebiedende gelegenheden, hebben wij in onze principe-
voorstellen dienaangaande neergelegd. Uitgangspunt is, dat deze ge
bouwen naar aard en opzet slechts gebruikt worden voor gemeenschapsac
tiviteiten van vormend en recreatief karakter.
Het kan dus geenszins de bedoeling zijn om activiteiten, die buiten deze
omschrijving vallen, - incidentele gevallen daargelaten - in deze ruimte
biedende gelegenheden mogelijk te maken.
Hu de gemeente met steeds meer ruimtebiedende gelegenheden bemoeienis
gaat krijgen, komt het ons thans wenselijk voor om - conform hetgeen
indertijd bepaald is ten aanzien van het gemeenschapshuis De Vlieren -
de volgende bepaling aan de richtlijnen toe te voegen:
"Het bestuur van de stichting draagt de zorg, dat
a. in het gebouw geen sterke drank wordt verstrekt.
b. het gebouw slechts wordt gebruikt voor gemeenschapsactiviteiten
en niet voor doeleinden met een zuiver particulier karakter;
c. de inventaris, met name meubilair en serviesgoed, niet wordt ver
huurd of anderszins buiten het gebouw ter beschikking wordt ge
steld aan derden.
Op verzoek van het bestuur van de stichting kunnen burgemeester en
wethouders ontheffing verlenen van het bepaalde onder b en c. Hier
toe dient telkens een schriftelijk, gemotiveerd verzoek aan het col
lege van burgemeester en wethouders te worden ingediend".