gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Rubriek eigendommen Bijl. no. 152 12 maart 1965 no. V/4865 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de uit te geven oppervlakten grond voor kerkgebouwen in verband met de uitgifteprijzen voor gronden. De vormgeving van nieuw te ontwikkelen wijken maakt het meestal gewenst enkele punten van een dergelijke wijk stedebouwkundig te accentueren. Een dergelijk accent wordt vaak gevormd door een kerkgebouw en de daarom heen gecreëerde open ruimte. Tot op heden was het gebruikelijk in de uitbreidingsplannen de ondergrond van het kerkgebouw en het open terrein daarbij in zijn geheel te bestemmen voor bijzondere bebouwing, Dit betekende in feite, dat het bestuur van de kerkelijke gemeente het gehele bij de kerk geprojecteerde terrein, hoe groot ook, zou moeten aankopen, ofschoon in hoofdzaak stedebouwkundige motieven tot de vorming van een open terrein noopten. Het is onzes inziens gewenst de voor kerkgebouwen te verkopen grond te beperken. Wij hebben daartoe aansluiting gezocht bij de op grond van artikel 4 van de op 17 februari 1964 in werking getreden wet premie kerkenbouw vastgestelde algemene maatregel van bestuur dd. 30 januari 1964 (K.B. 1964, no. 28), op grond waarvan voor de vaststelling van de stichtings- kosten van kerken, waarin volgens genoemde wet van rijkswege een premie van dertig ten honderd wordt verleend, de daarvoor benodigde grond be paald is op 3 ^2 per zitplaats. Ons college is van mening op deze wijze een objectieve maatstaf te heb ben gevonden. Met deze maatstaf zal in de toekomst bij de voorbereiding der uitbreidingsplannen rekening worden gehouden. Indien desondanks stedebouwkundige overwegingen het noodzakelijk maken een groter open terrein rond de kerk te scheppen dan op grond van deze maatstaf nood zakelijk is, betekent dit, dat wat minder grond als uit te geven be schikbaar is. Dit heeft echter op de grondprijs van de overige uit te geven gronden een onbetekende invloed, gezien het grote areaal, dat in de grondpool is ondergebracht. Wij stellen IJ derhalve voor volgens het ter inzage gelegde ontwerp besluit ingaande 1 januari 1965 de voor kerkgebouwen (onderdeel bij zondere gebouwen van het prijzenschema voor uitgifte van gronden) uit te geven grond te bepalen op 3 m2 per zitplaats.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 263