bijlage nr. 162 -2- - de regeling heeft bezwaren van controle-technische aard; - de bijdrage in de uitgaven voor handenarbeid betekent in feite een bijdrage in de aanschaf van breiwol. Een onevenredig deel (60%) van het subsidiebedrag komt ten goede aan slechts 2% van het aantal bejaarden in Breda. Teneinde deze ongewenste situatie te ondervangen heeft ons be stuur zich beraden over een nieuwe structuur werkwijze en subsi- ëring van het sociëteitswerk voor bejaarden. De plannen kunnen als volgt worden omschreven: - door ons bestuur wordt een recreatiecommissie geformeerd o.a. be staande uit vertegenwoordigers van de bejaardenorganisaties en het algemeen maatschappelijk werk; - verspreid over de stad worden gedurende meer dagen per week so ciëteiten opengesteld toegankelijk voor alle bejaarden; - deze sociëteiten, wier aantal voorlopig is bepaald op dertien, moeten voldoen aan te stellen eisen wat betreft accommodatie etc.; - de uitvoerende leiding van deze sociëteiten berust bij leidersteams, daartoe ingesteld door genoemde commissie; - voorts verzorgt de recreatiecommissie, zonodig in samenwerking met de daartoe geëigende instanties regelmatig programma's van recreatieve, culturele en voorlichtende aard. Bovengenoemde plannen werden besproken met de besturen van de plaatselijke bejaarden-organisaties in gezamenlijke besprekingen gehouden op 2 juli en 10 november 1964. De besturen konden zich met de opzet en de uitwerking verenigen. De kosten voor deze plannen hebben wij verwerkt in een bij dit schrijven gevoegde bijlage. Uit de begroting blijkt dat het meren deel van de kosten voortvloeit uit de huur en exploitatie van de sociëteiten. Het ter beschikking stellen van goede ruimtelijke voorzieningen is naar ons ooraeel essentieel voor het goed functioneren van het sociëteitswerk. Als nieuw element is inge bracht het regelmatig verzorgen van voorlichtende, recreatieve en culturele programma's in diverse wijken van de stad. Vanzelf sprekend is het de bedoeling daar waar mogelijk ook aansluiting te zoeken bij activiteiten die voor het publiek in het algemeen worden verzorgd, zoals bijv. in de stadsschouwburg. In de nieuwe opzet menen wij dat vanwege de bejaardenbonden geen financiële inbreng verwacht kan worden, wel wordt rekening ge houden met inkomsten omdat het in de bedoeling ligt de deelnemers aan bovengenoemde programma's entreegelden te doen betalen. Het in de begroting onder het hoofd "overgangsmaatregelen" ge raamde bedrag, mogen wij IJ als volgt verklaren. Het is niet mogelijk in alle geplande accommodaties reeds per 1 april 1965 de open sociëteiten te realiseren, De overgang naar de nieuwe opzet vraagt voorbereiding, o.a. door voorlichting aan belanghebbenden. Daarenboven meent de stichting Bredase protestantse bejaarden, hoewel gaarne bereid mede te werken aan de nieuwe opzet, vooralsnog enkele van haar eigen sociëtei ten te moeten handhaven, vanwege het duidelijk diaconaal as pect van dit werk. De oplossing van een en ander vraagt nog nader beraad in protestant-christelijke kring.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1965 | | pagina 289