gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek: uitbreidingsplannen e.d.
Bijlage nr. 203
5 april 1965
V/6456
Voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van het advies van de schadebeoordelings
commissie met betrekking tot het verzoek om
schadevergoeding van Chr. van de Genugten.
Uw raad heeft kennis kunnen nemen van het advies van de schadebeoordelingscom-
missie naar aanleiding van het verzoek van Chr. van de Genugten, Mr. Dr. Frede-
riksstraat 5, om hem een schadevergoeding ad 45.000,toe te kennen wegens
wijziging van de voorgevelrooilijn en het bouwen van een trafohuis ter plaatse.
Bestudering van dit advies heeft tot de conclusie geleid, dat wij niet kunnen
zeggen, dat geen vermindering van de objectieve verkoopwaarde van het pand of
tot een lager bedrag dan 14.000,zal optreden. Dit laatste bedrag is afge
stemd op een taxatie van makelaar J.H.G. Oldenkotte te Tilburg met xfiens con
clusie - niet met wiens rapport zoals in het advies foutief is vermeld - wij
ons hebben verenigd, doch die later heeft medegedeeld de twee gevonden waarden
te hebben verwisseld.
Onze conclusie betekent niet, dat het advies ons overtuigd heeft. De mededeling
van de commissie dat de door haar aangenomen daling van de verkoopwaarde zich
uit bij verkoop, dat wil zeggen dan eerst blijkt en voelbaar wordt, laat ruimte
voor de mogelijkheid, dat de uitspraak anders had geluid. Denkbaar zou bijvoor
beeld zijn een voorstel inhoudende de bereidverklaring bij een reële wijziging
in de rechtstoestand met betrekking tot het pand de op dat moment door taxatie
van de verkoopwaarde met en zonder gewijzigde rooilijn geconstateerde waarde
vermindering tot maximaal 14.000,verhoogd met rente over de verstreken
jaren, uit te keren. Waardebepaling op dat moment behoeft niet tot hetzelfde
schadebedrag als nu is aangenomen, te leiden.
Met name de dan wellicht opgerichte nieuwbouw van drukkerij N.V. Vermijs, de
eventuele verdere transformatie van de onderhavige zijde van de straat tot
winkelstraat en de daardoor veroorzaakte waardevermeerdering kunnen een andere
uitkomst te zien geven.
Niettemin zouden wij ons niet willen verzetten tegen een besluit waarbij aan
het advies wordt geconformeerd en waardoor een reeds jaren lopend geschil wordt
beëindigd.
Wel hebben wij bezwaar tegen inwilliging van het verzoek van Mr. G.A.M. Depla -
voorzitter der commissie - de kosten der commissie geheel voor rekening der
gemeente te nemen.
Nu beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk gesteld zijn en de vordering van
van de Genugten met betrekicing tot de hoofdsom tot een derde is gereduceerd,