"bijlage nr. 257
-2
Noot
Artikel 36, lid 8, van de lager-onderwijswet 1920 bepaalt:
De benoeming van onderwijzers geschiedt uit een voordracht van zo
mogelijk tenminste drie bevoegden, opgemaakt door burgemeester en
wethouders, na overleg met de inspecteur, na ingewonnen met redenen
omkleed bericht van het hoofd der school, waaraan de benoeming ge
schieden moet. Burgemeester en wethouders leggen het bericht van
het hoofd der school en het schriftelijk met redenen omkleed advies
van de inspecteur aan de raad over.